De meeste politieke partijen willen de hogere defensiekosten komende jaren betalen door te bezuinigen op de zorg. Dat blijkt uit de doorrekeningen van het Centraal Planbureau van de plannen van GroenLinks-PvdA, VVD, NSC, D66, BBB, CDA, SGP, CU, Volt en JA21.
Op GroenLinks-PvdA en BBB na willen al deze partijen de halvering van het eigen risico terugdraaien naar 385 euro per jaar. VVD, CDA, JA21 en Volt willen het risico zelfs nog wat meer ophogen, naar 440 euro.
Ook willen deze partijen de bijdrage in de langdurige zorg verhogen en geen nieuwe behandelingen meer opnemen in het basispakket van de zorgverzekering. Dat laatste levert op den duur 7,7 miljard euro op.
GroenLinks-PvdA is de enige partij die de zorgkosten nog verder wil laten stijgen. De partij heeft wel, in tegenstelling tot andere partijen, de hogere defensie-uitgaven slechts tot 2030 meegenomen. Daardoor zijn bij hen meer bezuinigingen nog onbekend.
Deze verkiezingen hebben tien partijen hun plannen laten doorrekenen, om de economische effecten ervan te bekijken. Partijen als de PVV, Denk, SP, Partij voor de Dieren, Forum voor Democratie doen er niet aan mee. Daardoor is het vaak onduidelijk hoe zij hun plannen precies willen betalen.
Radiodebat
De lijsttrekkers van vrijwel alle partijen gaan vanmiddag met elkaar in debat op NPO Radio 1. Het debat begint om 14.00 uur en is behalve op de radio ook live te volgen op NOS.nl en NPO Nieuws en Politiek.
Afgelopen maanden was tijdens de debatten de grote vraag: hoe gaan politieke partijen de hogere NAVO-bijdrage betalen? Om die te halen moeten partijen tot 2030 ruim 6 miljard vinden.
Daarvoor kijken meerdere partijen naar een verhoging van de btw-tarieven. Zo wil het CDA beide btw-tarieven iets verhogen. De SGP schaft het verlaagde btw-tarief op horeca af, wat betekent dat uit eten duurder wordt. Volt wil naar één btw-tarief van 19 procent.
JA21 wil als enige het hoge btw-tarief iets verlagen, van 21 naar 20,5 procent. Dat moet gezinnen 1,4 miljard opleveren en bedrijven 0,5 miljard.
In onderstaande grafieken is te zien aan welke zaken partijen meer of minder uitgeven. Dat is vanaf het ‘basispad’, dus hoe het zou zijn zonder de maatregelen.
Daarnaast willen meerdere partijen (VVD, SGP en Volt) ouderen langer laten doorwerken, om zo minder kwijt te zijn aan AOW-uitkeringen. Hoeveel later verschilt: bij de VVD, SGP en JA21 gaat het om een aantal maanden, bij Volt om een jaar.
Heel wat partijen willen ook meer geld ophalen door vermogen en winst meer te belasten. Met name GroenLinks-PvdA, D66, de ChristenUnie en Volt verschuiven lasten van arbeid naar vermogen. Onder meer JA21, VVD en BBB willen dat juist niet extra belasten.
De VVD, BBB en JA21 bezuinigen het budget voor ontwikkelingssamenwerking (bijna helemaal) weg. Bij de VVD worden de lasten voor gezinnen verlaagd, maar neemt wel als enige de armoede toe, omdat de partij de uitkeringen minder hard wil laten stijgen.
Ook wordt duidelijk hoelang partijen over de afbouw van de hypotheekrenteaftrek willen doen. GroenLinks-PvdA en D66 kiezen voor een afbouwperiode van twaalf jaar, ChristenUnie van vijftien jaar en CDA dertig jaar. Volt wil als enige in de komende kabinetsperiode de hypotheekrente afgebouwd hebben, dus binnen vier jaar.
Hoe werken de doorrekeningen?
De voorspellingen van het CPB zijn per definitie onzeker, omdat niemand de toekomst precies kan voorspellen. Wel maken ze in grote lijnen duidelijk wat de effecten zijn van de plannen van politieke partijen.
Je leest hier meer over hoe het CPB die berekeningen maakt. Doordat het planbureau voor alle partijen dezelfde methode gebruikt, zijn de plannen van de verschillende partijen goed met elkaar te vergelijken.
Doordat NSC en BBB deze verkiezingen voor het eerst meedoen aan de doorrekening, komt het totale aantal partijen uit op tien. De andere partijen zien af van deelname, sommige omdat ze het niet eens zijn met de methode van het CPB. Daardoor is ook niet precies duidelijk hoe zij zaken willen betalen, zoals het halen van de NAVO-norm.