Met de voorgenomen beëdiging van VVD-Kamerlid Mariëlle Paul tot minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs is voor het eerst de meerderheid van het kabinet vrouw. Het demissionaire kabinet van in totaal 29 bewindspersonen telt straks elf vrouwelijke ministers en vier vrouwelijke staatssecretarissen.

Daarmee voegt Nederland zich bij een kleine groep landen waar de regering in meerderheid uit vrouwen bestaat. Op 1 januari van dit jaar waren dat er wereldwijd dertien, blijkt uit cijfers van de Verenigde Naties. Het gaat onder meer om Spanje, Frankrijk, Rwanda, Canada, Colombia en Albanië. Gemiddeld genomen is in regeringen over de hele wereld nog geen kwart van de bewindspersonen vrouw.

Het huidige demissionaire kabinet had bij aantreden al de meeste vrouwelijke politici in de Nederlandse parlementaire geschiedenis. Dat was een speerpunt van demissionair premier Rutte. Dat de balans met de komst van Paul, die de afgetreden minister Wiersma opvolgt, doorslaat in het voordeel van de vrouwen vindt oprichter Devika Partiman van de stichting Stem op een Vrouw een goed teken.

“Er is altijd een risico dat zo’n bijna gelijke verdeling tussen mannen en vrouwen niet beklijft. Dat het na een tijdje vervalt in het oude patroon van voornamelijk mannen naar voren schuiven voor een baan als minister of staatssecretaris. Dat gebeurt nu niet. Al moeten we afwachten hoe de verdeling na de verkiezingen in een volgend kabinet zal zijn.”

‘Nog geen gelijke verdeling op alle politieke niveaus’

Dat er nu meer vrouwelijke dan mannelijke bewindspersonen zijn, heeft volgens belangenorganisatie Women Inc. twee functies. “Ten eerste zijn zij een voorbeeld voor anderen. Je ziet als meisje of jonge vrouw al die vrouwen op het bordes staan en denkt dan misschien wel: hé, dat is ook iets voor mij”, zegt woordvoerder Cécile Wansink. “Ministers zijn heel zichtbaar. En uit onderzoek blijkt dat zichtbare vrouwelijke politici met name voor kinderen heel belangrijk zijn bij het ontwikkelen van toekomstige ambities”, vult Partiman aan.

Ten tweede zijn vrouwelijke bestuurders meer geneigd om beleid te maken dat de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bevordert, stelt Women Inc. “De afgelopen jaren waren er wetsvoorstellen over bijvoorbeeld het dichten van de loonkloof en het afschaffen van de verplichte bedenktijd voor abortus; voorstellen die mede door vrouwen zijn gedaan en waar andere vrouwen zich hard voor hebben gemaakt.”

Voor invloed op beleid is echter inbreng op alle politieke niveaus nodig, en daar schort het in Nederland volgens de organisaties nog aan. Zo is in gemeenteraden rond de 35 procent van de raadsleden vrouw. En bij de formering van nieuwe coalities na de Provinciale Statenverkiezingen zijn er minder vrouwelijke gedeputeerden gekomen dan er voorheen waren. Hun aandeel was de afgelopen twaalf jaar niet zo laag als nu. De provinciebesturen in Zeeland en Flevoland bestaan geheel uit mannelijke gedeputeerden. “Dat terwijl de lokale en provinciale politiek een broedplaats is voor politiek talent dat op landelijk niveau actief wordt”, zegt Partiman.

En dan is er nog de functie van premier, die in ons land nog nooit door een vrouw bekleed werd. Ook al werd de kans daarop de laatste jaren groter met de komst van steeds meer vrouwelijke lijsttrekkers. Volgens Partiman heerst er nog altijd een stereotype waaraan een premier zou moeten voldoen: “Iemand moet vooral in het bestaande plaatje passen, en dat plaatje is vooralsnog geen vrouw.”

Online haat

Een andere drempel voor vrouwen, op alle politieke niveaus, is dat vrouwelijke politici online meer heftige kritiek en haat ervaren dan hun mannelijke collega’s. De “haat, intimidatie en bedreiging” waar vicepremier Sigrid Kaag mee te maken kreeg, en de impact daarvan op haar gezin, gaven naar eigen zeggen voor haar de doorslag om de politiek te verlaten. GroenLinks-Kamerlid Corinne Ellemeet, die vandaag haar vertrek aankondigde, sprak zich verschillende keren uit over de “enorme haat op sociale media” richting met name vrouwelijke politici.

Er is dus nog een hoop te winnen, stellen de belangenorganisaties. “Met de vele vrouwen in het demissionaire kabinet is nu een stukje van de puzzel gelegd, maar er zijn een hoop puzzelstukjes waar we nog wat mee moeten”, aldus Partiman. Wansink: “Het kan niet zo zijn dat alleen aan de top de man-vrouwverhouding gelijk is. Overal moet vrouwen gelijk gerepresenteerd worden.”