Het kabinet zet grote vraagtekens bij het verhogen van het minimumloon, het laag houden van de brandstofaccijns en het verlagen van de energiebelasting. Veel van de plannen van de Tweede Kamer om voor 4,2 miljard euro de koopkracht van mensen te verbeteren blijken volgens het ministerie van Financiën wankel of onduidelijk te zijn. Dat blijkt uit een brief van het kabinet aan de Tweede Kamer.

Het gaat dan om de financiële onderbouwing van de plannen, de zogenoemde dekking. Voor sommige plannen wordt geld gebruikt dat er niet is, zegt het kabinet. Voor andere plannen is de herkomst van dat geld niet financieel deugdelijk of schiet een maatregel zijn doel voorbij.

Accijns en minimumloon

In de brief van 26 pagina’s geeft het kabinet per plan aan wat de gevolgen zijn. Bij het laaghouden van de brandstofaccijns per 1 januari 2024 staat bijvoorbeeld dat het plan 1,2 miljard euro kost, 699 miljoen euro voor benzine en 545 miljoen euro voor diesel. Het kabinet wijst erop dat mensen zonder auto niets van dit geld ontvangen. En over een jaar komen automobilisten alsnog voor een grote prijsverhoging te staan.

Het invoeren van de verhoging van het minimumloon per 1 januari kost elk jaar 1,2 miljard euro. Volgens het kabinet brengt de invoering van een bankenbelasting om dit deels te betalen de internationale concurrentiepositie van Nederlandse banken in gevaar. Daarnaast is het erg kort dag om de maatregel in te voeren. Uitstellen tot 1 juli zou ook niet slim zijn. Veel mensen moeten dan hun toeslagen terugbetalen omdat halverwege het jaar hun inkomen omhoog gaat.

Ook het verlagen van de energiebelasting voor consumenten in 2024 is niet eenvoudig. De financiële dekking komt van de invoering van een vliegtuigbelasting voor transferpassagiers en privéjets. Maar dat lukt op zijn vroegst in 2025. Er is dus een jaar niet genoeg geld. En over de energiebelasting zijn twee moties aangenomen die allebei ongeveer hetzelfde vragen, merkt het kabinet op: “Is het inderdaad de wens om de energierekening twee keer te verlagen?”

Het kabinet zegt (nog) niet dat de ministers zullen weigeren de plannen van de Kamer uit te voeren, maar laat het aan de Kamerleden of zij misschien andere financiële afwegingen willen maken.

Dealtjes sluiten

De plannen werden vorige week ingediend bij het Kamerdebat over de Prinsjesdagstukken, de Algemene Politieke Beschouwingen. Na twee dagen debatteren lag er een stapel moties om de koopkracht te verbeteren. Tijdens het debat zochten de partijen elkaar op om daar snel nog dealtjes over te sluiten.

Dat zag er toen zo uit:

Demissionair premier Rutte zei in het debat meteen dat hij moties van de Kamer die voorstellen om de begroting te wijzigen zou ontraden. Als belangrijkste reden noemde hij de onzekerheid over de dekking. “En moties die zijn ingediend zonder dekking worden dubbel ontraden”, voegde hij eraan toe.

Rutte is van mening dat het demissionaire kabinet zelf met een verantwoorde begroting is gekomen. Toch nam de Kamer moties aan die 4,2 miljard euro kosten en volgens het kabinet dus een zwakke of ondeugdelijke financiële dekking hebben.

Aanstaande woensdag is er weer een debat over de begroting: de Algemene Financiële Beschouwingen met demissionair minister Kaag van Financiën. Dan moet blijken of de politieke partijen een oplossing kunnen verzinnen voor de kritiek van het kabinet.