Er is onvoldoende speciaal nieuwkomersonderwijs voor duizenden kinderen die nieuw in Nederland zijn en de taal nog niet spreken. Een spoedwet, die volgende week naar de Tweede Kamer gaat, moet verlichting brengen. Maar critici plaatsen daar vraagtekens bij.
Ieder kind in Nederland heeft recht op onderwijs, zo staat in de wet. Kinderen die nieuw zijn in Nederland moeten eerst de Nederlandse taal leren voordat ze naar een reguliere basis- of middelbare school kunnen. Dat doen ze in een nieuwkomersklas (basisschool) of in een Internationale Schakelklas (ISK, middelbare school). Maar vanwege de groeiende toestroom van vluchtelingen én het lerarentekort zijn er zowel in het basis- als in het voortgezet onderwijs wachtlijsten of leerlingenstops.
Op de ISK’s zaten eind oktober nog iets meer dan 19.000 leerlingen. Volgens Lowan, de organisatie die nieuwkomers ondersteunt, zijn dat er inmiddels zo’n 30.000. Lowan schat dat zeker 2000 kinderen tussen de 12 en 18 jaar oud nu geen onderwijs krijgen. Uit de resultaten van een enquête die eind april zijn gepubliceerd, bleek dat dertien scholen een leerlingenstop hadden en tien scholen dit overwogen. Over het basisonderwijs zijn geen cijfers, maar ook daar staan leerlingen op wachtlijsten.
Een jaar niet naar school
Ook vanwege de inrichting van de noodopvang krijgen de kinderen geen onderwijs. “Daar zitten kinderen twee à drie maanden, maar voor je het onderwijs hebt opgezet ben je zo drie maanden verder”, zegt Boudien Bakker van Lowan. “En voor heel veel kinderen geldt dat ze van de ene noodopvanglocatie naar de andere noodopvanglocatie verhuizen. Sommigen zijn een jaar niet naar school geweest.”
Sommige nieuwkomers leren wel Nederlands, voor anderen is er geen plaats in de klas.
Het Dr. Nassau College in Assen heeft sinds februari een leerlingenstop. Het was altijd een school voor 100 tot 170 leerlingen; tegenwoordig zitten er bijna 400 kinderen in de Internationale Schakelklas. “De grens is bereikt”, zegt directeur Karin Zwiers. “Dat is ontzettend frustrerend, want je wilt dat kinderen naar school kunnen.”
Er staan nu 80 leerlingen op de wachtlijst. “Laatst kwam een vader met zijn dochter langs om te vragen of ze alsjeblieft naar school kan. Ze zijn zes maanden in Nederland en zitten inmiddels in de achtste opvanglocatie. Het meisje heeft slechts zes weken onderwijs gehad. Maar wij hebben geen plek. Dus zit zo’n meisje van 14 de hele dag in het AZC te niksen.”
Lerarentekort
Voor Oekraïense leerlingen was het al mogelijk een zogeheten ‘tijdelijke onderwijsvoorziening’ op te richten als er geen plaats is op nieuwkomersscholen in de omgeving. Hier mag worden afgeweken van wettelijke eisen voor onderwijsaanbod en personeel. In de praktijk betekent dit dat er bijvoorbeeld pabo-studenten of Oekraïense docenten voor de klas mogen staan. De spoedwet die volgende week naar de Tweede Kamer gaat, moet de verlaagde eisen nu mogelijk maken voor alle leerlingen die nieuw in Nederland zijn.
In Amsterdam zijn de schoolbesturen in december al gestart met zo’n tijdelijke onderwijsvoorziening voor alle leerlingen. “Het is zeer onwenselijk dat kinderen thuiszitten, dus we kijken wat er wel kan”, zegt projectleider Natasja Belt.
In die tijdelijke onderwijsvoorzieningen werkten in het begin alleen Oekraïense leerkrachten. Inmiddels zijn er ook andere anderstalige docenten aan de slag. “Het gaat om docenten die een onderwijsbevoegdheid hebben in hun eigen land, soms al 25 jaar voor de klas staan en alleen nog geen Nederlands spreken. Maar dat betekent niet dat ze slecht lesgeven.”
In de praktijk blijkt er nog een pluspunt: “Het is fijn voor kinderen die uit een oorlogssituatie komen dat ze een docent hebben aan wie ze in hun eigen taal kunnen uitleggen hoe ze zich voelen en wat ze hebben meegemaakt. Dat helpt bij de traumaverwerking.”
Structurele oplossingen
Schoolleider Zwiers noemt het absoluut noodzakelijk dat de spoedwet er komt, maar maakt zich ook zorgen. “Doe je nieuwkomers niet tekort als je ze niet het volledige lesprogramma geeft en onbevoegde docenten voor de klas zet. Juist de jonge nieuwkomers hebben goed onderwijs nodig voor een goede start in Nederland.”
Zwiers denkt niet dat de wet ervoor gaat zorgen dat alle kinderen naar school kunnen. “Wij vragen echt om structurele oplossingen: hoe ga je meer leraren opleiden?”
Lowan noemt de wet “eennoodverband”. “Na dat ene jaar hebben ze lang niet het taalniveau dat andere kinderen hebben die wel nieuwkomersonderwijs hebben gekregen, indien ze doorstromen naar het reguliere onderwijs. Zo schuiven we het probleem dus door.”