“Mensen moeten de vrijheid hebben om te stemmen. Dat geldt ook voor mensen met een Turks paspoort die in Nederland wonen. Maar geweld en intimidatie in een stembureau zijn onacceptabel.” Dat antwoordde minister Karien van Gennip van Sociale Zaken in de Tweede Kamer op vragen van de VVD over de massale vechtpartij afgelopen zondag in de RAI in Amsterdam.
Bij de vechtpartij waren zo’n 300 mensen betrokken. In de RAI konden Turkse Nederlanders stemmen voor de verkiezingen van zondag. Vertegenwoordigers van verschillende groeperingen gingen er met elkaar op de vuist.
Spanningen geëxporteerd naar Nederland
Van Gennip wees erop dat het onderzoek van de politie naar wat er precies is gebeurd nog loopt en dat ze daarover niet veel kan zeggen. Maar ze voegde eraan toe dat het stemmen geweldloos en met respect voor de Nederlandse Grondwet moet gebeuren. De minister zei ook dat de Turkse verkiezingen erg spannend zijn en dat die spanningen worden geëxporteerd naar Nederland.
Ze heeft daar al verschillende keren met organisaties van Turkse Nederlanders over gepraat en vanavond heeft ze weer zo’n gesprek, dat overigens al eerder was afgesproken. Volgens Van Gennip moeten de spanningen zich “op een Nederlandse manier” uiten, zonder geweld en intimidatie.
Moet het wel in de RAI?
VVD-Kamerlid Bente Becker zei dat Nederlanders met een Turkse achtergrond al “te lang en te vaak door het Turkse regime beïnvloed en geïntimideerd kunnen worden”. Volgens haar zijn er signalen dat mensen die gelieerd zijn aan een militante tak van de AK-partij van president Recep Tayyip Erdogan in de RAI aanwezig waren. “Dat zou absoluut niet moeten kunnen.”
Becker vroeg zich ook af of de verkiezingen niet beter op een Turkse consulaat of per post kunnen worden gehouden in plaats van in een gebouw als de RAI. Van Gennip zei daarover dat de Turkse ambassade in Nederland kiest hoe de verkiezingen worden georganiseerd en dat dat in overleg gaat met de gemeenten.
Eerder is afgesproken dat Turkse politici drie maanden voor de verkiezingen geen campagne mogen voeren in Nederland en de minister zei dat dat “voor zover wij nu weten” ook niet zichtbaar is gebeurd.