Ook nu in de EU afspraken zijn gemaakt over migratie blijven andere maatregelen nodig, vindt staatssecretaris Eric van der Burg. De Europese bewindslieden sloten gisteren een akkoord, onder meer over opvang van asielzoekers aan de buitengrenzen en over de verdeling van asielzoekers over Europa.
Van der Burg was de onderhandelaar namens Nederland en hij noemde zichzelf vanochtend “iemand die tevreden is”. Volgens hem zijn over allerlei aspecten goede afspraken gemaakt, die humaan zijn en die ook goed zijn voor het draagvlak van het beleid. “De deal gaat uiteindelijk wel helpen. En het is goed als we mensen snel duidelijkheid geven of ze in Europa kunnen blijven.”
Maar Van der Burg erkende dat de maatregelen niet op korte termijn zullen helpen bij de problemen rond de opvang in Nederland. Ook moet dat over de afspraken van gisteren nu eerst nog moet worden onderhandeld met het Europees Parlement.
Rutte naar Tunesië
Voor de korte termijn hoopt hij dat er een deal kan worden gesloten met Tunesië, omdat vanuit dat land veel mensen naar Europa reizen. Premier Mark Rutte gaat zondag samen met zijn Italiaanse collega Giorgia Meloni en voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie naar Tunesië voor een gesprek daarover met president Kais Saied.
De staatssecretaris wil ook nog steeds “een nationaal asielpakket”, waarover in de coalitie al tijden wordt gepraat. Ook vanmiddag is daar weer overleg over. Van der Burg hoopt daar “voor de zomer” uit te zijn. Hij verwacht dat de deal van gisteren helpt bij de gesprekken binnen de coalitie.
Betalen aan aankomstlanden een optie
Een van de gisteren gemaakte afspraken is dat landen die geen asielzoekers overnemen 20.000 euro gaan betalen aan “aankomstlanden” als Italië en Griekenland. Van der Burg weet nog niet of ook Nederland landen op die manier zal gaan compenseren.
“Dat is op dit moment nog niet aan de orde. Het is in ieder geval juridisch een optie, en of het in de praktijk ook zo gaat werken, daar gaan we in de minsterraad en met de Kamer over spreken, tegen de tijd dat we eruit zijn met het Europees Parlement.”
Hij schat in dat het in de Kamer zo’n beetje “fifty fifty is wie daar voor en tegen is”.