Nooit eerder waren er zo veel kinderen op de vlucht als nu, blijkt uit nieuwe cijfers van Unicef. De kinderrechtenorganisatie schat dat het eind 2022 ging om 43,3 miljoen kinderen. Dat aantal is in tien jaar tijd verdubbeld, aldus de VN-organisatie. Ze waarschuwt dat de hulp aan deze kinderen zwaar onder druk staat door de “alarmerende snelheid van de stijging”.
Het gaat om minderjarigen die binnen en buiten hun land op de vlucht zijn geslagen. Zo’n 26 miljoen kinderen hebben binnen hun land hun woonplaats moeten verlaten. Bijvoorbeeld vanwege oorlog, vervolging, geweld, mensenrechtenschendingen of natuurrampen. Miljoenen andere kinderen zagen zich om die redenen gedwongen hun land te ontvluchten
Drie miljoen Oekraïense kinderen
Onder andere de oorlog in Oekraïne speelt een rol bij het recordcijfer van Unicef. Zo’n 2 miljoen kinderen zijn gevlucht uit het land en nog eens 1 miljoen kinderen zijn ontheemd, wat betekent dat ze binnen de eigen landsgrenzen zijn gevlucht.
Ook de zware overstroming in Pakistan in 2022 en de droogte in de Hoorn van Afrika zorgen voor veel vluchtelingen, samen ongeveer 12 miljoen.
Hele kindertijd op de vlucht
Vluchten werkt lang door in de levens van kinderen. Verwacht wordt dat de meeste jonge vluchtelingen hun hele kindertijd buiten hun thuisland of oorspronkelijke woonplaats zullen doorbrengen. “Dat is heel erg triest”, zegt een woordvoerder van Unicef.
Veel kinderen komen in vluchtelingenkampen terecht of moeten een bestaan opbouwen op een nieuwe plek. “Ze kunnen niet terugkeren omdat de situatie niet meer leefbaar is door verwoestingen of omdat de natuur er niet meer geschikt is voor bijvoorbeeld landbouw,” aldus de woordvoerder.
‘Meest kwetsbare groep’
Regeringen moeten volgens Unicef meer werk maken van het oplossen van conflicten en de zorg voor minderjarige vluchtelingen. “Kinderen op de vlucht behoren vaak tot de meest kwetsbaren. Velen hebben geen toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, missen routinematige vaccinaties en kunnen geen aanspraak maken op sociale bescherming.”
Bijna alle landen hebben het VN-kinderrechtenverdrag geratificeerd. Dit betekent dat zij in de wet hebben vastgelegd dat zij ervoor moeten zorgen dat kinderen toegang hebben tot onderwijs, zorg en bescherming.
Toch hebben veel kinderen op de vlucht te maken met uitbuiting, ziet Unicef. Met name kinderen die niet worden begeleid door een ouder of voogd. Overheden zouden hen daar beter tegen moeten beschermen en ervoor moeten zorgen dat zij asiel kunnen aanvragen en herenigd kunnen worden met familie. “Door samen te werken, kunnen we kinderen veilig, gezond, onderwezen en beschermd houden,” zegt Unicef-directeur Catherine Russel.