Een nieuw kabinet zal fors moeten gaan bezuinigingen of de belastingen verhogen, om de overheidsfinanciën weer op orde te brengen. Topambtenaren, verenigd in de Studiegroep Begrotingsruimte, denken dat er vanaf 2028 zelfs elk jaar zeventien miljard euro moet worden gevonden om het begrotingstekort niet te ver op te laten lopen.
Door de stijgende rente is het lenen van geld fors duurder geworden. Tegelijkertijd zijn de uitgaven van de overheid sterk gestegen. Er moeten keuzes gemaakt worden, zegt de studiegroep.
Dat hebben de afgelopen kabinetten onder leiding van Mark Rutte onvoldoende gedaan, luidt de kritiek. Maatschappelijk problemen werden vooral opgelost door extra geld uit te geven. Maar van de uitvoering van de plannen kwam vaak weinig terecht, onder meer door gebrek aan personeel.
Volgende generaties
Als er niets gebeurt zullen uitgaven voor de zorg, vergrijzing en klimaat andere uitgaven gaan verdringen, staat in het rapport. Dat zou betekenen dat de rekening wordt doorgeschoven naar volgende generaties. Zij kunnen dan minder gebruikmaken van overheidsvoorzieningen of moeten veel hogere belastingen gaan betalen.
Op zich zijn de vooruitzichten voor de economie goed, en daarom is het volgens de studiegroep het juiste moment om buffers op te bouwen.
Bij hun berekeningen zijn de topambtenaren uitgegaan van een tekort op de begroting van ongeveer 2 procent. De EU-regels kennen een grens van 3 procent. Om daar uit de buurt te blijven zou er vanaf 2028 jaarlijks zeventien miljard euro moeten worden bijgestuurd.
Dat kan zowel door te bezuinigen als door de lasten te verhogen. Belangrijk is dat de politiek tot het inzicht komt dat niet alle maatschappelijke problemen kunnen of hoeven opgelost te worden met extra geld, staat in het advies. Zo kan er bij de aanpak van de klimaatverandering meer gekeken worden naar “normeren en beprijzen, vanuit de gedachte: de vervuiler betaalt”.