Discriminatie en racisme zijn overal en raken ons allemaal. Dat zegt de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme in een eerste voortgangsrapportage. De commissie die vorig jaar door het kabinet werd ingesteld op verzoek van de Tweede Kamer doet onderzoek en adviseert het kabinet.
In artikel 1 van de Grondwet staat dat discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras en geslacht niet is toegestaan. Maar volgens de commissie is er in Nederland discriminatie op ieder van de in dat artikel genoemde gronden.
Dat wordt veroorzaakt door ‘hiërarchieën’ die historisch en structureel diep in de samenleving zijn verankerd, concludeert de commissie op basis van eerder en aanvullend onderzoek. De staatscommissie spreekt van beelden die mensen van elkaar hebben en die ze vaak vanuit hun opvoeding en cultuur hebben meegekregen.
Sectoren en generaties
Gekeken is naar discriminatie en racisme in de sectoren arbeidsmarkt, onderwijs, sociale zekerheid, politie, zorg, woningmarkt, sport en cultuur. Volgens het rapport komen discriminatie en racisme in al die sectoren voor en werkt discriminatie vaak door van de ene sector naar de andere of van de ene levensfase of generatie naar de andere.
Voorzitter Joyce Silvester van de commissie zegt daarover dat discriminatie stapelt: “Je wieg staat bijvoorbeeld in een achterstandswijk, je krijgt een lager schooladvies dan je aankunt, je vindt geen stage en komt lastiger aan een eerste baan. Je hebt geen vast inkomen en dus geen woning of hypotheek.”
Ze pleit voor een meer structurele aanpak door de overheid. Binnenkort begint de staatscommissie een proef met een ‘instrument’ waarmee overheidsorganisaties zichzelf op discriminatie en racisme kunnen doorlichten.