De kosten voor de ontmanteling van de voormalige kerncentrale Dodewaard komen voor rekening van de staat. Dat schrijft staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur in een brief aan de Tweede Kamer.
Over de ontmanteling van de centrale, die in 2045 moet beginnen, wordt al jaren onderhandeld. Volgens de staat heeft het Nederlands Elektriciteit Administratiekantoor (NEA), de eigenaar van de centrale, te weinig middelen om de kosten van de ontmanteling te betalen.
Het is de bedoeling dat het ministerie van Financiën de aandelen van NEA koopt voor 1 euro en dat de aandeelhouder het totale vermogen van 75 miljoen overdraagt. Daarnaast is ook 87 miljoen beschikbaar uit de eigen middelen van de beheerder van de centrale, Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale Nederland. Daarmee kan een deel van de kosten van de ontmanteling worden betaald. De rest van de kosten, die geschat worden op 243 tot 334 miljoen, moeten door de staat worden opgebracht.
Dodewaard was de eerste kerncentrale van Nederland en werd in 1969 in gebruik genomen. De centrale is in 1997 stilgelegd. Daarna zijn de splijtstoffen verwijderd en is een betonlaag van 2 meter gestort op de reactor.