Minister Dennis Wiersma wil dat de overheid meer controle krijgt over de besteding van het geld in het onderwijs. Wat hem betreft krijgen de schoolbesturen minder vrijheid en wordt er beter geluisterd naar de deskundigheid van leraren. Verder moet de inspectie vaker worden ingezet en zullen er sneller bedragen worden teruggevorderd die niet goed terechtkomen.
Wiersma schrijft dit in reactie op een rapport dat hij naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Dat Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) gaat over verschillende manieren waarop de overheid de kwaliteit van het onderwijs kan verbeteren en iets kan doen tegen kansenongelijkheid tussen leerlingen.
De minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs ziet er aanleiding in voor “een fundamentele herijking van het besturingsmodel”. Het huidige model, dat sinds de jaren 80 bestaat, geeft schoolbesturen veel vrijheid in de manier waarop zij omgaan met het geld dat ze van de overheid krijgen voor materiaal en personeel (de ‘lumpsum-financiering’).
Wiersma is hier niet meer tevreden over omdat de belangen van schoolbesturen kunnen “botsen met het grotere maatschappelijke belang”. Hij vindt het voor belangrijke zaken in het onderwijs, zoals de aanpak van kansenongelijkheid en de lerarentekorten, van belang dat er niet per school, maar weer breder wordt bekeken hoe het geld wordt besteed. “Ik zie hier een rol voor een betrokken overheid”, schrijft hij.
Voorwaarden aan overheidsfinanciering
De minister wil ook bekijken of de huidige financiering vanuit de overheid op de schop kan. Hij denkt over een wettelijke mogelijkheid om er voorwaarden aan te verbinden, waardoor hij bijvoorbeeld tegen een school kan zeggen: je komt er alleen voor in aanmerking als je met een bewezen goede lesmethode werkt. De leraren die er dagelijks mee werken, weten dat volgens hem het beste, en zouden daarover gehoord moeten worden.
Vanuit de Tweede Kamer klinkt al langer kritiek op de lumpsum-financiering. De minister gaat nu eerst met “iedereen in en rond het onderwijs” in gesprek en zal begin 2024 met uitgewerkte plannen komen.