Om voldoende schoon drinkwater in de toekomst te hebben en de natuur te beschermen gaat het Nederlandse waterbeleid op de schop. Dat kan vergaande gevolgen hebben voor landbouw, woningbouw en industrie, zo bleek vanmiddag in een debat in de Tweede Kamer met minister Mark Harbers (VVD). De tegengestelde belangen van natuur, landbouw, industrie en woningbouw bij het waterbeleid kunnen tot ingewikkelde situaties leiden, die doen denken aan het getouwtrek bij de stikstofproblematiek.

Al bij de start van het kabinet spraken regeringspartijen af dat de staat van water en bodem sturend zouden worden bij nieuwe ruimtelijke plannen in Nederland. Dat is een nieuwe koers: heel lang werden grondwaterpeil en watersysteem juist aangepast aan de behoeften van landbouw en industrie.

‘Lopen tegen grenzen aan’

Maar omdat de natuur en de behoefte aan schoon drinkwater onder druk staan moet dat andersom, zegt minister Harbers van van Infrastructuur en Milieu. In een brief aan de Kamer en in het debat herhaalde Harbers dat we “tegen de grenzen van het water- en bodemsysteem aan lopen”.

De kwaliteit van water is de afgelopen tijd achteruitgegaan en moet voor 2027 aan Europese eisen voldoen. Daarnaast is door het veranderende klimaat waters steeds schaarser, terwijl de bevolking wereldwijd groeit. Drinkwaterbedrijven waarschuwen al langer dat de voorraden op termijn niet voldoende kunnen zijn.

Maar het waterpeil moet ook omhoog om verzakking van huizen tegen te gaan. Eerder dit jaar werd duidelijk dat door aanhoudende droogte honderdduizenden huizen dreigen te verzakken. Tegelijkertijd wil het kabinet de watervoorwaarden bij grote bouwprojecten en landbouw en industrie aanscherpen.

Op sommige plekken- zoals bij uiterwaarden van rivieren, kustgebieden en de diepste punten van polders, zal naar alle waarschijnlijkheid niet meer gebouwd kunnen worden. Rond de zomer wil Harbers met een brief komen waarin concreter staat wat dat in praktijk precies betekent.

Maar nu al is duidelijk dat Harbers -net als bij het stikstofbeleid gebeurt- veel zal overlaten aan zogenoemde ‘gebiedsprocessen’. Concreet betekent dat dat gemeenten, provincies en waterschappen per gebied de uiteindelijke maatregelen moeten nemen. Onder meer partijen als GroenLinks en de Partij voor de Dieren maken zich daar grote zorgen over. PvdD-Kamerlid Eva van Esch vreest dat er kostbare tijd verloren gaat als er alleen gebiedsprocessen komen zonder “wettelijke stok achter de hand”.

Lobby

Een wettelijk verbod op het onttrekken van grondwater door de landbouw zit niet in de nieuwe plannen. Harbers ontkende in het debat dat een lobby vanuit de landbouw daar invloed op heeft gehad. Volgens Harbers is zo’n wettelijk verbod nu niet nodig en kan met de meet- en registratieplicht voldoende bereikt worden.

Regeringspartij D66 ziet dat anders. “Dit waterland wordt een droogteland” , zei Kamerlid Tjeerd De Groot. Hij pleit al langer voor een vergunningsplicht voor grondwaterputten. Volgens hem duurt het proces te lang en hebben overheden nu geen overzicht. “De minister wil van Nederland een spons maken maar Nederland is op dit vlak lek, waardoor de natuur verder verdroogt”.

Mest en kunstmest

BBB-leider Caroline van der Plas wees erop dat nu boeren geen dierlijke mest meer mogen uitrijden er meer kunstmest in de natuur kan komen, wat volgens onderzoek van de Universiteit van Wageningen gevolgen heeft voor de uitspoeling van nitraat op water. “Over een paar jaar krijgen de boeren weer de schuld van de watervervuiling”, stelde Van der Plas.