Als Geert Wilders gaat regeren, wordt het de eerste keer dat zijn partij toetreedt tot het kabinet. Op provinciaal niveau heeft de PVV al wel meebestuurd in Limburg. Hoe verliep dat?

Drie voormalige bestuurders (ex-PVV, CDA en VVD) blikken in dit artikel terug op de samenwerking. Welke lessen heeft de PVV geleerd? En hoe kijkt het drietal naar een toekomstig kabinet met Wilders?

In Limburg vormden PVV, CDA en VVD in 2011-2012 een coalitie. “Inhoudelijk hadden we pittige discussies”, zegt Martijn van Helvert, voormalig CDA-fractievoorzitter in Provinciale Staten Limburg, over de samenwerking met de PVV destijds. Uiteindelijk willen ze net als wij iets goeds voor Nederland doen.”

De PVV was destijds met tien zetels de grootste in de Provinciale Staten. Van Helvert noemt het een “erg leuke”, maar ook “de meest complexe periode” uit zijn politieke loopbaan. “Je had opeens tien mensen met een zetel en twee gedeputeerden van de PVV die nog niets in de politiek hadden gedaan. Dan gaat er natuurlijk wel wat mis, maar dat zie je ook bij andere partijen in Den Haag die opeens groot worden.” De PVV’ers waren volgens hem gretig om te leren.

Ook Theo Krebber, PVV-gedeputeerde van 2011 tot 2012, kijkt met overwegend positieve gevoelens terug. “Er was nooit ruzie en we deden ons werk goed. Toch is het verkeerd gegaan, maar dat gebeurde helemaal buiten ons om.”

‘Dom beleid’

In april 2012 viel de Limburgse coalitie omdat het CDA het vertrouwen opzegde. Aanleiding was dat de landelijke PVV het de gedeputeerden verbood de Turkse president Gül de hand te schudden bij diens bezoek aan de Floriade in Venlo. Terugblikkend baalt Krebber ervan dat “we het kapot hebben laten maken door dom beleid”.

Volgens de inmiddels ex-PVV’er werd de lokale partij destijds niet goed geleid. “Daardoor ontstond er gerommel, geruzie en gedoe.” Ook volgens toenmalig CDA-fractievoorzitter Van Helvert zat het probleem bij de lokale top. “Met de PVV-fractie als geheel kon je goede afspraken maken.” Hoewel er volgens Van Helvert ook onrealistische voorstellen werden ingediend, zoals de oprichting van een Limburgse politiemacht.

Anno 2023 staat zijn voormalige partij er volgens Krebber organisatorisch veel beter voor. Hij heeft er vertrouwen in dat Wilders kan gaan meeregeren én dat de PVV-leider water bij de wijn zal doen. “Hij zal toch een beleid moeten vormen dat meer gericht is op het algemeen belang.”

Van Helvert denkt dat de PVV bij de volgende verkiezingen nog groter wordt als Wilders niet meeregeert. “Maar als hij nu in de coalitie komt, moeten er wel afspraken worden gemaakt op de inhoud. Het kan niet zo zijn dat Nederland zijn goede internationale reputatie ineens kwijtraakt omdat er richting het buitenland vreemde dingen worden geroepen.”

De PVV had ook in 2019 een rol in het provinciebestuur van Limburg. Daar was met steun van de PVV een zogenoemd extraparlementair college ingesteld. Daarbij zitten bestuurders niet namens een partij in het college en is er ook geen coalitie.

‘Provinciaal niets te maken met migratie’

“Zowel in 2012 in Den Haag en Limburg en in 2021 in Limburg kwamen er met samen de PVV brokken van”, zegt Joost van den Akker, voormalig gedeputeerde namens de VVD in het extraparlementaire college in Limburg (2019-2021). “Dat de VVD nu zegt ‘wij gaan in de oppositie want we zijn een derde van onze aanhang kwijt’, vind ik heel verstandig.”

Landelijk wordt samenwerking volgens Van den Akker bovendien veel ingewikkelder dan provinciaal. “Op provinciaal niveau had de PVV niet te maken met migratie of islam. En de EU-vlag wapperde bij het gouvernement.” Maar deze kwesties gaan op landelijk niveau wel een rol spelen bij de vorming van een kabinet.