De overheid moet eerder, vaker en beter actief luisteren naar burgers. Dat schrijft de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen in zijn jaarverslag.
De ombudsman is opnieuw zeer kritisch over het functioneren van de overheid, terwijl volgens hem een goed gesprek met burgers in de praktijk nogal eens tot verrassend eenvoudige oplossingen, met naast financieel ook emotioneel herstel.
Van Zutphen benadrukt dat veel burgers hun stem willen laten horen, ook buiten de verkiezingen. In de praktijk participeert alleen een kleine groep, ziet hij.
“We blijven kritisch volgen hoe participatie wordt ingezet, vooral daar waar het plak- en pleisterwerk lijkt voor onbehoorlijke dienstverlening”, staat in zijn verslag over 2022. De ombudsman voegt eraan toe dat burgers alleen echt kunnen meedoen als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. “Mensen met financiële zorgen hebben minder ruimte om te participeren”, schrijft hij.
Luisteren om samen verder te komen
Van Zutphen benadrukt dat de overheid niet moet luisteren om iets bevestigd te krijgen, maar om samen verder te komen. Hij merkt geregeld dat burgers zich niet gehoord voelen of dat ze niet serieus genomen worden.
Bij de aanbieding van zijn verslag aan de Tweede Kamer zei van Zutphen dat nog steeds veel burgers veel te lang op de overheid moeten wachten.
Hij noemde daarbij als voorbeelden het toeslagenschandaal en de gaswinning in Groningen. Over dat laatste zei hij verbaasd te zijn dat het kabinet als reactie op het rapport van de enquêtecommissie zichzelf een laatste kans wilde geven: “Toen dacht ik: en als die kans nou mislukt? Hoe zit het dan?”
‘Sociaal minimum niet zo sociaal’
In de Kamer benadrukte de ombudsman verder dat hij al zeven jaar aandacht vraagt voor mensen die in de problemen zijn gekomen door het afbouwen van de arbeidsheffingskorting en de manier waarop toeslagen daarop inwerkten.
“De oplossing is er nog steeds niet.” Hij vraagt zich af hoe de overheid de betrokkenen tegemoet zal komen. Van Zutphen: “Zij hebben geleefd onder het sociaal minimum. Waarom heet dat eigenlijk zo? Zo sociaal kwam het niet op mij over.”
De ombudsman pleit verder voor een “echt sociaal minimum” voor de inwoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius. “Dat had er al dertien jaar moeten zijn.”
Oekraïne
Van Zutphen onderstreept in zijn verslag verder de vele gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Hij wijst onder meer op de vlucht van zo’n 90.000 Oekraïners naar Nederland, waardoor er extra druk kwam op de asiel- en opvangcrisis.
“Een crisis die bovendien stapelde op andere grote vraagstukken als woningnood, de klimaattransitie, het stikstofprobleem, problemen in de jeugdzorg en de complexe hersteloperaties van het toeslagenschandaal, de gaswinning in Groningen en de wateroverlast in Limburg”, schrijft hij.
In de Kamer zei hij dat burgers begrip hebben voor de impact van de grote gebeurtenissen van dit moment. “Maar zoals de zaken nu worden aangepakt, leidt het niet tot resultaten en tot een begin van herstel van vertrouwen. En als de politiek en de overheid weer vertrouwd willen worden, zullen die eerst vertrouwen moeten geven.”
Overheid tegenover burger
In het verslag waarschuwt de ombudsman daarnaast voor de “reflex van meer regels en verregaande juridisering”. Als voorbeeld noemt hij de versterking van de rechtspositie van burgers naar aanleiding van het toeslagenschandaal.
Burgers kregen meer mogelijkheden om zich te verweren tegen de overheid en Van Zutphen denkt dat dit met de beste intenties is gebeurd. “Maar het laat zien dat de overheid meer tegenover de burger staat dan ernaast.”