Het marineschip Zr.Ms. Tromp blijft ongeveer een maand op de Rode Zee. Gisteren werd al duidelijk dat het demissionaire kabinet het fregat naar de Rode Zee wil sturen en minister Ollongren lichtte dat vandaag toe. Eind deze maand moet het schip operationeel zijn.
Het Nederlandse luchtverdedigings- en commandofregat moet schepen beschermen tegen luchtaanvallen. In de Rode Zee worden schepen onder vuur genomen door Houthi’s uit Jemen. De Houthi’s zeggen schepen aan te vallen die banden hebben met Israël.
De Tromp heeft ongeveer 200 bemanningsleden aan boord en vertrekt morgen al naar de Middellandse Zee. Naast de bijdrage in de Rode Zee voert de bemanning onderweg ook andere oefeningen en operaties uit.
Ollongren: verdediging tegen geavanceerde raketten
Ollongren wees erop dat de Houthi’s beschikken over vrij geavanceerde raketten: “Ze zetten ook drones in tegen de scheepvaart. Dat kunnen we niet laten gebeuren. En dit luchtverdedigingsfregat is uitgerust om juist daartegen te verdedigen.” Volgens haar is de kern dat de vrije doorvaart in de Rode Zee niet mag worden belemmerd. “Dat is ontzettend belangrijk voor Nederland en voor de rest van de wereld.”
Ze benadrukte dat het om een defensieve missie gaat en dat het schip pas in actie komt als er een aanval wordt gepleegd. De Tromp wordt ingezet als bijdrage aan de missie Operation Prosperity Guardian, die onder leiding staat van de Verenigde Staten. Nederland leverde eerder ook al twee stafofficieren voor de bescherming tegen de Houthi’s.
Mogelijk gaat na de Tromp ook de Zr.Ms. Karel Doorman naar het gebied. Dat bevoorradings- en ondersteuningsschip zou kunnen worden ingezet voor de Europese missie Aspides, maar het kabinet heeft daar nog geen besluit over genomen.