De nieuw gekozen D66-leider Rob Jetten, van wie vandaag bekend werd dat hij de steun van 93 procent van de partijleden krijgt, is “klaar met Haagse spelletjes en polarisatie”. In een interview met de NOS zegt hij dat hij een tijdperk ziet met nieuwe politieke leiders die “geen bagage meeslepen” en dingen “anders kunnen gaan doen”. Zelf wil hij vooral nog meer de mensen thuis opzoeken, naar problemen luisteren en “vanuit het midden tegenstellingen overbruggen”.
Jetten realiseert zich dat Nederland door sommigen als land van extremen wordt gezien waar het “hard tegen hard gaat”, maar het is volgens hem ook een land van “samen de schouders eronder zetten”. En dat is hard nodig, zegt hij, vanwege de uitdagingen op het gebied van inkomen, zorg, onderwijs en klimaat.
De 36-jarige Jetten neemt het stokje over van Kaag, die het in de vorige campagne over “nieuw leiderschap” en een nieuwe bestuurscultuur had. Dat laatste is echter nauwelijks van de grond gekomen. Jetten wijt dat mede aan de strijd tegen de coronacrisis en aan de oorlog in Oekraïne.
Jetten denkt dat nu een tijd aanbreekt waarin die nieuwe cultuur wel ruimte krijgt en veel politieke partijen het belang van samenwerking zien. Wat hem betreft gebeurt dat ook al in de campagne. “Thuis zit niemand te wachten op politici die de komende maanden alleen maar gaan zenden om hun eigen gelijk te halen.”
‘Niet door peilingen laten leiden’
Jetten realiseert zich dat het moeilijk is om het vertrouwen terug te winnen van mensen die dat in de politiek zijn kwijtgeraakt, ook in D66. “Maar ik ga me niet door peilingen laten leiden, ik ga de mensen opzoeken”, zegt hij. Van Limburg tot Groningen, van links tot rechts.”
Jetten wil D66 profileren als een “groene partij” die zich wil inzetten voor met name klimaat, onderwijs en koopkracht. Dat bijna alle andere partijen de klimaatdoelstellingen ook onderschrijven, en het nieuwe linkse blok van PvdA en GroenLinks met Frans Timmermans zich sterk op dat thema profileert, ziet Jetten niet als probleem. “Dan hebben we alleen meer strijders om de groene agenda aan te pakken.”
Op de vraag of het linkse blok voor D66 dan ook de meest logische partner is, spreekt Jetten geen voorkeur uit. Volgens hem zal er “vanuit het midden” moeten worden samengewerkt.
Daarmee lijkt Jetten te willen voorkomen wat er de vorige keer gebeurde: dat progressieve D66-kiezers na de formatie teleurgesteld waren over de doorstart met VVD en CDA. Duidelijk was volgens Jetten dat die coalitie toen hun eerste voorkeur niet had. “Maar om verantwoordelijkheid te nemen om het land bestuurbaar te maken is toen een keuze gemaakt”, aldus Jetten, die niet duidelijk maakt of hij een dergelijke keuze de volgende keer uitsluit.
Jetten realiseert zich al met al dat het “zeker een hele kluif zal zijn”. “Maar dat is de uitdaging die ik aanga. Ik wil verschillen overbruggen, in plaats van ze alleen maar uitvergroten tot extreme tegenstellingen die nergens over gaan. Deze verkiezingen gaan echt over dingen anders doen.”