Demissionair minister Adema wil serieus kijken naar een verbod op agressieve ‘bijthonden’. Hij sprak onlangs met plastisch chirurgen over incidenten waarbij de slachtoffers soms ernstig verminkt waren en is daar erg van geschrokken. Hij laat onderzoeken wat de mogelijkheden zijn, en zal later met een concreet plan komen.
Adema reageert op de VVD, die vandaag – op Dierendag – een plan naar buiten bracht om een fok- en houdverbod voor agressieve honden in te stellen. Daarbij zou dan bijvoorbeeld gekeken kunnen worden naar ‘gevaarlijke kenmerken’ zoals brede kaken.
De partij krijgt steun van de andere regeringspartijen: D66, CDA en ChristenUnie. Daarmee is er een Kamermeerderheid die vindt dat er iets moet worden gedaan om het aantal ernstige bijtincidenten omlaag te brengen.
Steun in de rug
De minister van Landbouw, die ook over huisdieren gaat, ziet het plan van de VVD als een steun in de rug voor waar hij al mee bezig is. Hij laat onderzoeken of een verbod op bepaalde typen honden, die speciaal gefokt worden op gevaarlijke kenmerken, mogelijk is. Aanleiding was de recente oproep van plastisch chirurgen om met een landelijke regeling te komen.
De plastisch chirurgen meldden dat zij in anderhalf jaar tijd ongeveer honderd bijtincidenten met honden hadden geregistreerd. Adema is met ze in gesprek gegaan en hoorde gruwelijke verhalen, bijvoorbeeld over een slachtoffer van wie “het gezicht half weg was. Dat kun je je toch niet voorstellen? Daar moeten we iets aan doen.”
De minister wijst erop dat een verbod op bepaalde rassen lastig kan zijn. Van 1993 tot 2008 was er een fok- en houdverbod voor pitbull-achtige honden. Maar dat leidde niet tot minder bijtincidenten – waarschijnlijk omdat mensen overstapten op agressieve honden die niet onder die definitie vielen – en is daarom weer afgeschaft.
Mix van maatregelen
Adema laat nu bekijken welke andere mogelijkheden er zijn om alsnog bepaalde typen risicovolle honden te verbieden. Maar hij wil het daar niet bij laten, Hij wil “een mix van maatregelen”, die ook gericht zijn op de opvoeding van honden. “Want ook niet-risicovolle honden kunnen zodanig zijn opgevoed dat ze toch bijtincidenten geven.”
Daarnaast wil hij dat er een goede landelijke registratie komt. Er is al een landelijke database, maar die werkt niet goed omdat maar een klein deel van de gemeenten bijtincidenten rapporteert. De Partij voor de Dieren stelde daar een maand geleden Kamervragen over, die de minister nog niet heeft beantwoord. Hoe de landelijke registratie beter kan, laat hij nu ook uitzoeken.