Minister Adema vindt dat er nog steeds te veel fout gaat in slachterijen. “Het gaat niet om incidenten maar om structurele dierenmishandeling”, zei hij in een debat in de Tweede Kamer. Hij neemt aanvullende maatregelen om het dierenwelzijn te verbeteren.

Adema werkt aan een wetswijziging, waardoor slachterijen verplicht worden camera’s op te hangen, zodat inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) van een afstand kunnen meekijken. Dat traject neemt vanwege onder meer privacyregels wel meer tijd in beslag dan hij had gedacht.

Er zijn ‘slimme’ camera’s in ontwikkeling, die een alarm kunnen geven als een dier nog bij bewustzijn is voordat het bijvoorbeeld in een zogenoemde broeibak met water van 60 graden terechtkomt. Adema wil deze nieuwe camera’s onder de nieuwe wet ook kunnen inzetten bij het toezicht op slachthuizen.

Stroomstootwapens

Verder werkt de minister van Landbouw, Natuur en Voedsel aan een algeheel verbod op het gebruik van stroomstootwapens. Die zijn nu onder strikte Europese voorwaarden nog toegestaan, maar worden vaak verkeerd gebruikt, wat tot veel stress en pijn leidt.

Daarnaast wordt er werk gemaakt van een motie van de Kamerleden Van Campen (VVD) en Eerdmans (JA21), waardoor een slachthuis na drie ernstige overtredingen, zoals het met voorwerpen prikken in ogen en geslachtsdelen om de dieren op te drijven, de deuren definitief moet sluiten. Er wordt nu een lijst opgesteld met zulke “ernstige overtredingen”.

Adema zei vandaag in de Tweede Kamer dat niet alle slachterijen zich schuldig maken aan misstanden en dat het percentage dieren dat mishandeld wordt relatief laag is. “Maar het gaat nog steeds om heel veel dieren.” Als het aan hem ligt wordt het percentage teruggeschroefd naar nul. Hij ziet nu nog te vaak “gruwelijke beelden”, die “afschuwelijk en walgelijk om te zien” zijn.