Jonge asielzoekers moeten vaker les kunnen krijgen van leraren zonder diploma. Verder hoeven ze, als het echt niet anders kan, minder uren in de schoolbanken door te brengen dan andere kinderen. Een nieuwe wet die dat regelt moet komend schooljaar al van kracht worden.

Minister Dennis Wiersma heeft zijn wet Tijdelijke Nieuwkomers in het Onderwijs vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd. Er staan voorstellen in om te voorkomen dat kinderen van met name asielzoekers de komende maanden geen onderwijs krijgen.

Op dit moment zijn er naar schatting meer dan 2000 leerplichtige nieuwkomers in het voortgezet onderwijs die geen les krijgen, omdat er geen plek voor hen is. En ook in basisonderwijs lopen de wachtlijsten op.

Wiersma wil dat hier verandering in komt. In regio’s waar geen plek is voor deze leerplichtige jongeren moeten ‘tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen’ (tnv’s) worden opgezet, En daarin kan dan van een aantal belangrijke verplichtingen in het reguliere onderwijs worden afgeweken.

Studenten voor de klas

Zo mogen er, als een vacature niet door een bevoegde leraar kan worden opgevuld, bijvoorbeeld ook studenten voor de klas worden gezet. Die mogen alleen geen les geven in kernvakken als Nederlands en rekenen. Deze uitzondering geldt nu al voor Oekraïense kinderen, waar aparte klassen voor zijn ingericht.

Verder kan in noodgevallen, bijvoorbeeld als er te weinig personeel wordt gevonden, minder les worden gegeven dan in het reguliere onderwijs. Wel is moeten leerlingen altijd minimaal 12,5 uur per week les krijgen, verspreid over drie dagen. En minstens tien lesuren per week moeten worden besteed aan het leren van de Nederlandse taal.

Behandelen met spoed

Scholen en gemeenten krijgen in de nieuwe wet de verplichting opgelegd om jaarlijks afspraken te maken over een dekkend onderwijsaanbod in de regio, waardoor geen enkel leerplichtige van onderwijs verstoken blijft. Als zij dat niet vrijwillig doen, kan de minister schoolbesturen in het uiterste geval dwingen om iets te regelen voor kinderen die anders buiten de boot vallen.

Wiersma vraagt de Tweede Kamer om zijn wet met spoed te behandelen. Uiterlijk op 20 juni moet die zijn aangenomen om hem nog op tijd door de Eerste Kamer te loodsen. Anders kan de wet pas ingaan als het nieuwe schooljaar al is begonnen.