Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer wil voorkomen dat de prijzen aan de pomp vanaf 1 januari tot recordhoogte stijgen. Door een voorgenomen verhoging van de accijnzen dreigt benzine en diesel tot 21 cent per liter duurder te worden, maar de Tweede Kamer wil daar nu een stokje voor steken, blijkt uit een rondgang.

Het onderwerp zal woensdag aan de orde komen bij de Algemene Politieke Beschouwingen, het debat dat traditioneel volgt op Prinsjesdag. In ieder geval PVV, Forum voor Democratie, BBB, SP, Denk, JA21, Groep Van Haga en het Kamerlid De Haan steunen een voorstel van de VVD.

Fractievoorzitter Sophie Hermans van de VVD zegt dat ze daarmee iets wil doen voor mensen die nu moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. “Als we een beetje van die druk weg kunnen nemen, zou me dat een lief ding waard zijn.”

Brandstof zou duurder worden omdat de accijnsverlaging die het kabinet invoerde na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne per 1 januari afloopt. Ook de stijgende inflatie leidt tot hogere prijzen.

‘Betalen met geld dat er nog ligt’

Om dat allemaal terug te draaien is een bedrag nodig tussen de 1 en 2 miljard euro. Hermans zegt daar dekking voor te hebben: “We betalen het met geld dat nog niet besteed is, dat er nog ligt.” Het is een oplossing die alleen voor volgend jaar soelaas biedt. “Voor de langere termijn moet een nieuw kabinet een fundamentele discussie voeren”, zegt de VVD-fractievoorzitter.

Het voorstel om de accijnzen te verlagen komt in een tijd dat subsidies voor vervuilende fossiele brandstoffen juist in een kwaad daglicht staan. Maar volgens Hermans rijden de meeste mensen nog in een benzine- of dieselauto. De overstap naar duurzamere elektrische auto’s is niet zo makkelijk gemaakt. “En deze mensen hebben hun auto kei- en keihard nodig.”