De Tweede Kamer wil de recente verhoging van de verkeersboetes deels terugdraaien. De boetes zijn in januari met 10 procent verhoogd om de gaten in de begroting te dichten. Daar verzet een meerderheid van de Tweede Kamer zich nu tegen. Die hogere boetes moeten nu met 4,3 procent worden verlaagd.
Een voorstel van oppositiepartij Denk is gesteund door zeven oppositiepartijen, die na de Tweede Kamerverkiezingen nu wel een meerderheid hebben. Het gaat om PVV, BBB, Forum voor Democratie, JA21, SP, GroenLinks-PvdA en Denk, samen 81 zetels.
“De boetes zijn bedoeld om de verkeersveiligheid te vergroten en de hoogte van die boetes moet in verhouding staan tot de aard en de ernst van de overtreding”, stelt Denk-Kamerlid El Abassi. “Het dichten van begrotingstekorten mag geen reden zijn om verkeersboetes te verhogen.”
Het is nog niet zeker dat het demissionaire kabinet wil ingaan op deze wens van de Tweede Kamer. Verantwoordelijk demissionair minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid zal eerst met een reactie moeten komen.
Tegenvallers
Het kabinet besloot in het voorjaar van 2023 om de verkeersboetes met 10 procent te verhogen. Het gaat dan om bijvoorbeeld rijden onder invloed, rijden door het rood en het niet dragen van een autogordel.
De Raad van State uitte in november ook al stevige kritiek op het kabinetsplan. Verkeersboetes zijn er uitsluitend om de verkeersveiligheid te vergroten, vindt de onafhankelijke adviseur van het kabinet. In die verhoging van 10 procent, was 4,3 procent bedoeld voor het dekken van de gaten in de begroting, staat in het advies van de Raad van State. De andere verhoging van 5,7 procent was een jaarlijkse indexering.
Om die reden komt de Tweede Kamer nu uit op het percentage van 4,3. Het is nog niet duidelijk wanneer Yesilgöz zal reageren op de wens van de Tweede Kamer.