De toekomst van Nederland is economisch gezien onvoorspelbaar en risicovol. Dit kabinet en volgende kabinetten moeten zich hier beter op voorbereiden en geld reserveren. Ook moeten er minder financiële tekorten doorgeschoven worden naar volgende jaren, adviseert de Raad van State naar aanleiding van de Voorjaarsnota.
Een voorbeeld daarvan is de miljardencompensatie voor de inwoners van Groningen voor de schade door de gaswinning. Het kabinet heeft ervoor gekozen voor deze uitgave vooral de staatsschuld te laten oplopen, in plaats van andere uitgaven te schrappen om deze te kunnen betalen.
“Deze lasten worden naar toekomstige generaties doorgeschoven”, zegt staatsraad Richard van Zwol. “Dit betekent dat er een taak ligt voor volgende kabinetten om dit op te lossen.”
Ook de aanpak van armoede komt slecht uit de bus. Het aantal kinderen dat in armoede opgroeit stijgt volgend jaar tot 7 procent. Dat terwijl de coalitiepartijen hadden afgesproken het aantal kinderen in armoede te halveren. Het kabinet komt naar verwachting op Prinsjesdag nog met nieuw armoedebeleid, maar dat kan de Raad van State nu dus niet beoordelen.
Een ander punt van zorg is dat eigenlijk niemand van de rekenmeesters van de overheid precies weet waar de huidige economische groei vandaan komt, en hoelang we daarvan kunnen profiteren. Het kabinet moet hier een analyse van maken en verschillende toekomstscenario’s bedenken voor de komende tien, twintig jaar om op alles voorbereid te zijn.
“En dan niet versnipperd per ministerie, maar een samenhangend verhaal”, vindt Van Zwol. “Hoe ontwikkelt de arbeidsmarkt zich, welke collectieve voorzieningen gaan we nodig hebben, wat is de invloed van klimaat en klimaatbeleid?” Pas met zo’n plan kunnen volgende kabinetten verstandige keuzes maken over waar op moet worden bezuinigd en waar juist in moet worden geïnvesteerd.
“Dat zijn zwaardere politiek keuzes dan die nu zijn gemaakt, want dan gaat het om groot bier”, vult vicepresident van de Raad van State Thom de Graaf aan. “Helaas is het niet de eerste keer dat we hier om vragen.”