Het demissionaire kabinet gaat koranverbrandingen niet verbieden. De Arnhemse burgemeester Marcouch heeft gevraagd om zo’n verbod maar dat komt er niet, schrijft het kabinet aan de Tweede Kamer.
Wel komt er wetenschappelijk onderzoek naar ontwrichtende demonstraties waarbij betogers bewust de wet overtreden, demonstraties die inbreken op de grondrechten van anderen of die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid.
Bij die gevallen is het de vraag of er meer juridische mogelijkheden in de wet moeten komen om dergelijke demonstraties aan te pakken. Het gaat het kabinet dan bijvoorbeeld om snelweg- en vliegveldbezettingen, intimidatie bij abortusklinieken of woonhuizen van politici en koranverbrandingen.
Het kabinet reageert hiermee op Kamervragen over de snelwegbezettingen van Extinction Rebellion, de branden met asbest bij de boerenprotesten en de verstoring van de opening van het Holocaustmuseum door pro-Palestijnse demonstranten.
“Het demonstratierecht blijft fier overeind”, zegt demissionair minister De Jonge van Binnenlandse Zaken. “Maar sommige acties lijken het draagvlak voor dit zo ongelooflijk belangrijke recht te ondermijnen. Het recht van de mensen die demonstreren lijkt altijd voor te gaan op het recht van andere mensen.”
Het onderzoek moet zich ook richten op hoe andere landen met dit soort demonstraties omgaan. En op hoe zij de nationale veiligheid meewegen. De Jonge: “Dat is in Nederland nog geen afweging in het demonstratierecht. Maar bij bijvoorbeeld een koranverbranding kan dat wel relevant zijn.”
Maar wat het kabinet betreft zal het dus nooit komen tot een algeheel verbod op koranverbrandingen of verscheuringen. “Hoe provocerend of kwetsend ze ook kunnen zijn, de grondwet biedt het recht om religie te beleven maar ook het recht om op die religie kritiek te hebben,” zegt De Jonge. Ook minister Bruins Slot van Buitenlandse Zaken wil geen algemeen verbod.
Vrijheid van demonstreren heel groot
De vrijheid van demonstreren is in Nederland heel groot, legt het kabinet uit in de brief aan de Tweede Kamer. Ook acties die doelbewust de openbare orde verstoren vallen onder de vrijheid van demonstreren, zelfs als individuen daarbij strafbare feiten plegen. Pas bij geweld vervalt het demonstratierecht.
Als demonstranten strafrechtelijk worden aangepakt, dan mag dat niet zo streng zijn dat mensen hierdoor niet meer durven te demonstreren. Rechters houden daar rekening mee bij hun vonnissen.
Maar het demonstratierecht van de een is soms de beperking van de ander, zegt minister Yesilgöz van Justitie en Veiligheid. “We hebben situaties gezien waarvan ik dacht: is dit nou hoe dit had gemoeten? Is het wel fair als het recht op demonstratie altijd voor gaat?”
Maar het is niet de bedoeling van het kabinet om met regels te komen die vooraf soorten demonstraties, bepaalde vlaggen of andere uitingen verbieden. Het moet blijven zoals het nu is, zegt het kabinet. Dat betekent dat burgemeesters per demonstratie een besluit nemen en dat het Openbaar Ministerie per geval bekijkt of iemand moet worden vervolgd.
Yesilgöz: “Ik wil weten: kunnen we meer met wetgeving of is dit wat het is? En omdat de politiek zich hier niet direct mee moet bemoeien laten we daar onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar doen.”
Wat betreft de Nationale Herdenking op 4 mei wijzen de ministers erop dat herdenkingsbijeenkomsten grondwettelijke bescherming genieten. Het verstoren hiervan kan een strafbaar feit opleveren. De Jonge: “En laten we niet te veel aandacht geven aan die ene idioot die de boel misschien wil verstoren maar laten we zelf onverstoorbaar met dat moment bezig zijn.”