D66-lijsttrekker Rob Jetten is kritisch op partijgenoten die tijdens of na hun politieke baan bij de partij in de fossiele energiesector gaan werken. “Ik begrijp niet waarom mensen voor dit soort banen kiezen”, zegt hij in Nieuwsuur. “Ik zou vooral wat anders gaan doen.”

Verschillende D66’ers zijn de afgelopen tijd actief voor Element NL, de belangenvereniging van olie- en gasbedrijven. Menno Snel, voormalig D66-staatssecretaris van Financiën, was er tot voor kort bijvoorbeeld voorzitter.

Vanuit die functie pleitte hij ervoor om belastingen voor gasbedrijven tegen te houden. Snel is bovendien voorzitter van het wetenschappelijk bureau van D66.

Jetten is kritisch op dit soort carrièrekeuzes. “Individuen mogen zelf bepalen waar ze werken. Maar ik snap dat je wenkbrauwen hiervan fronsen. Het lijkt me ontzettend saai om na een mooie politieke carrière voor zo’n branchevereniging te gaan werken. Ik hoop dat als je daar al werkt, je er alles aan doet om het van binnenuit te vergroenen.”

Over Snels dubbelrol zegt hij: “Je moet zorgen dat het goed gescheiden blijft.”

Lobbyregister

Kabinetsleden zouden “volledig openbaar” moeten zijn over contacten met lobby- en belanggroepen, vindt Jetten. Maar juist hierop is Nederland de afgelopen tijd aangesproken door de Europese anti-corruptiewaakhond Greco. Die merkt op dat Nederland niet genoeg doet om de transparantie te vergroten als het gaat over de invloed van lobbyisten op overheidsbeleid.

Nederland heeft nog altijd geen lobbyregister, ondanks een aangenomen Kamermotie die daarom vroeg in 2021. In zo’n register maken politici openbaar met welke lobbyisten ze spreken.

D66 stemde aanvankelijk vóór die motie. Maar het kabinet – waar D66 aan deelnam – schoof de invoering van het register vervolgens voor zich uit. Ook stemde de partij tégen toen Kamerleden Pieter Omtzigt en Laurens Dassen zelf besloten om alvast met een plan voor zo’n register te komen. Nu zegt Jetten “zeer groot voorstander” te zijn van het register.

Gelakte coronadocumenten

D66 kreeg samen met GroenLinks wél voor elkaar dat de Wet open overheid (WOO) werd ingevoerd, een vernieuwing van de WOB. De wet moest burgers en journalisten makkelijker toegang geven tot overheidsdocumenten. Bovendien kwam er een speciaal adviescollege (ACOI) dat onder meer adviseert als burgers en overheid in conflict komen over informatie die niet wordt vrijgeven.

Maar het vorige kabinet, waar D66-ministers deel van uitmaakten, stond tijdens de coronacrisis toe dat het ministerie van Volksgezondheid de WOO opzijschoof. Er werden geen stukken meer verstrekt over het coronabeleid of veel te laat. Volgens Jetten was dit een uitzondering. “Duizenden ambtenaren zijn daar heel veel tijd mee kwijt. Ze kunnen het niet bijbenen op het ministerie omdat er zoveel informatieverzoeken zijn.”

Het ACOI veroordeelde de handelwijze van D66-minister Ernst Kuipers. Maar hij legde dat advies vervolgens naast zich neer.

En de informatieverstrekking vanuit de overheid is nog steeds niet orde, zeggen twee onderzoeksjournalisten van Follow the Money:

Eerder dit jaar verzocht Kamerlid Omtzigt de regering in een motie om rechterlijke uitspraken over het opvolgen van WOO-verzoeken na te komen. D66 stemt tegen.

Jetten zegt die motie niet te kennen, maar vindt dat “ministers en ministeries zich eraan moeten houden als de rechter je op de vingers tikt”. Hij pleit voor een nieuwe wet die verder gaat dan de WOO. “Mijn ideaalwereld zou zijn dat alle overheidsinformatie standaard beschikbaar is.”

Kijk hieronder het hele interview met Jetten in Nieuwsuur: