Als het aan inspecteur-generaal van de Inspectie van het Onderwijs Alida Oppers ligt, kunnen middelbare scholieren alleen slagen als ze een voldoende hebben voor het vak Nederlands. Vmbo- en havoleerlingen hebben vandaag hun centrale eindexamen Nederlands.
Hoewel Nederlands een verplicht vak op de middelbare school is, kan een eindexamenkandidaat die een onvoldoende haalt voor Nederlands nu wel nog gewoon slagen. Als leerlingen een 4,5 (afgerond een 5) staan, kunnen ze slagen mits ze voor de andere kernvakken (Engels en wiskunde) wel een voldoende halen.
Bij een vijfde van de geslaagde havo- en vwo-leerlingen was dit vorig jaar het geval. Afhankelijk van de leerrichting, lag dat op het vmbo tussen de 7 en 14 procent.
Bezorgd
In het NOS Radio 1 Journaal zegt inspecteur Oppers bezorgd te zijn. “Die leerlingen stromen door naar het mbo of hoger onderwijs, en dan zien we daar verderop in die keten ook problemen ontstaan, bijvoorbeeld op de lerarenopleiding.”
Volgens onderzoek van de inspectie slaagt 30 procent van de studenten aan de lerarenopleiding niet in een keer voor de taaltoets die ze in hun eerste jaar moeten doen. En dat zijn weer de mensen die de volgende generatie onze taal moet leren. “En ook in het mbo-2 zien we dat 15 procent van de studenten wel het diploma krijgt, maar dan onder het taalniveau dat je minimaal nodig hebt om jezelf een beetje te redden in de maatschappij”, aldus Oppers.
In de deze week verschenen uitgave van De staat van het Onderwijs stelde de inspectie al dat schoolbesturen meer kunnen doen om de basisvaardigheden van leerlingen te verbeteren. Structurele investeringen door het kabinet moeten het aantrekken van docenten stimuleren. Ook moet regelmatige bijscholing voorkomen dat ze het vak verlaten. Om de basisvaardigheden als Nederlands te verbeteren heeft het kabinet 1 miljard euro uitgetrokken.
Wiersma: interessant, maar niet zomaar doen
Minister Wiersma noemt het voorstel om een voldoende voor Nederlands verplicht te stellen een interessant idee. “Het is goed dat we zo veel aandacht hebben voor het belang van taal. Alle goede ideeën om de basisvaardigheden omhoog te krikken hebben we hard nodig.”
Hij voegt eraan toe dat hij het voorstel gaat bekijken. “Maar ik kan niet van het ene op het andere moment zeggen dat we dit gaan doen.” De minister wijst er ook op dat er leerlingen zijn die moeite hebben met Nederlands of bijvoorbeeld dyslectisch zijn. “De vraag is of je die dan tegenhoudt, terwijl we ook het andere talent dat ze hebben er goed uit willen halen. Dat vergt wel een afweging.”