Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Beatrix gaan er volgend jaar in salaris weer fors op vooruit. Uit de Prinsjesdagstukken blijkt dat ze er in totaal ongeveer 600.000 euro bij krijgen, aan salaris en onkostenvergoeding.

Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst volgen ze daarmee de loonontwikkeling in de cao voor de Rijksoverheid. De lonen stijgen omdat de die gecompenseerd worden voor de inflatie.

Het jaarinkomen van de koning stijgt daardoor met zo’n 55.000 euro naar bijna 1,1 miljoen euro. Zijn vrouw Máxima gaat er 20.000 euro op vooruit en verdient volgend jaar 431. 000 euro. Ook prinses Amalia heeft recht op een loonsverhoging, maar zij stort haar toelage vrijwillig terug in de schatkist totdat ze afgestudeerd is.

In de Grondwet staat dat de koning, zijn opvolger, de afgetreden vorst en hun echtgenoten geen loon- of inkomstenbelasting betalen. Ze mogen dus hun hele toelage houden.

Nog nooit zo hard gestegen

De totale kosten voor het Koninklijk Huis komen volgend jaar uit op ruim 55 miljoen euro, een stijging van 11 procent. Nog nooit stegen de kosten zo hard sinds Willem-Alexander in 2013 op de troon kwam. Ook de afgelopen jaren gingen de kosten steeds omhoog, maar met een lager percentage.

De stijging van nu zit vooral in de zogeheten functionele kosten van de koning, die komend jaar met 4,5 miljoen euro stijgen. Het budget van de dienst van het koninklijk huis wordt “in verband met de sterk gestegen kosten van ICT en informatiebeveiliging” structureel met 2,5 miljoen euro verhoogd.

Onder de zogenoemde begroting van de Koning vallen behalve de salarissen en vergoedingen voor de Oranjes ook zaken als het onderhoud van paleizen en de Koninklijke Stallen. Daaraan zijn ongeveer 245 voltijdsbanen verbonden, vijftien minder dan in voorgaande jaren.