Elkaar de hand schudden of dicht bij elkaar staan, we doen het sinds de afschaffing van de coronamaatregelen weer. Maar elke dag wind en weer trotseren om op kantoor te werken is nog wel een grote stap. In 2022 werkte nog altijd 45 procent van de werknemers (deels) thuis.
Vandaag stemt de Eerste Kamer over de nieuwe thuiswerkwet, die het voor werknemers makkelijker maakt om daar afspraken over te maken. De initiatiefwet van GroenLinks en D66 werd 5 juli al met een grote meerderheid van 125 stemmen voor aangenomen in de Tweede Kamer.
Het is eigenlijk een bezegeling van wat al gebeurt, zegt arbeidsmarktdeskundige Ton Wilthagen. “De meeste werknemers en werkgevers komen er wel uit bij het maken van afspraken over thuiswerken, maar deze wet geeft werknemers wel een steuntje in de rug als het niet lukt.”
Als de initiatiefwet ‘Werken waar je wilt’ wordt aangenomen kunnen werkgevers niet zomaar een verzoek voor thuiswerken afwijzen, maar alleen bij redenen op basis van ‘redelijkheid en billijkheid’. Er wordt dan op dezelfde manier gekeken naar verzoeken over thuiswerken als naar wensen om meer of minder te werken.
Evenwicht
Werkgeversorganisatie VNO-NCW ziet al dat veel bedrijven afspraken hebben gemaakt over thuiswerken. “Dit gaat heel goed,” zegt woordvoerder Mieke Ripken. “Hoe vaak de wet ook echt nodig zal zijn weet ik dan ook niet.”
De wet is lichter voor werkgevers door de formulering van ‘redelijkheid en billijkheid’ dan het eerdere voorstel waarbij verzoeken alleen afgewezen zouden kunnen worden bij ‘zwaarwegende bedrijfsbelangen’. Ripken: “Dit is voor ons heel belangrijk. Het zorgt voor meer evenwicht tussen de belangen van werkgevers en werknemers.”
Zelfstandigheid
Annet de Lange uit, bijzonder hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie, vindt het positief dat flexibiliteit meer wordt vastgelegd. “Dan word je gesteund door de wet als werknemer van werkgevers, die nu nog heel wisselend omgaan met thuiswerken.”
Thuiswerken heeft veel voordelen volgens De Lange. Zo blijkt uit onderzoek dat het grotere gevoel van zelfstandigheid tot een hogere productiviteit leidt en dat het goed is voor de werk-privébalans. Daarnaast is het duurzamer omdat je niet deelneemt aan het verkeer.
“De gemiddelde cijfers zijn positief”, zegt De Lange. “Maar we zien ook kwetsbare groepen, zoals jongeren, waar er risico op productiviteitsverlies is wanneer er niet genoeg steun vanuit de werkgever wordt georganiseerd.”
En er is een groot punt waaraan in de wet voorbij wordt gegaan, zegt Wilthagen. Als je thuiswerkt ben je uit het oog van de werkgever, terwijl deze wel verantwoordelijk is voor je werksituatie thuis.
“Ik merk dat ondernemers zich afvragen of het terecht is dat zij verantwoordelijk moeten zijn voor een plek die ze nooit zien. Ben je bijvoorbeeld verantwoordelijk voor gehoorschade als werknemers thuis in een lawaaiige omgeving werken? Of in een slechte houding aan de eettafel zitten te werken?”
Kinderopvang en mantelzorg
Marjet Winsemius van Stichting Voor Werkende Ouders is positief over de wet. Ze ziet vaak dat werkgevers terugkomen van thuiswerk-verworvenheden. “Een goed idee dus om dit te verankeren.”
Vooral omdat veel ouders er mee geholpen zijn in tijden van personeelstekort bij de kinderopvang. “Nu zie je wel dat er afspraken worden gemaakt, maar dan is vaak de eis dat je op maandag en dinsdag wél naar kantoor komt. Dat zijn nou precies de dagen waarop er vaak geen opvang is.”
Hetzelfde geldt voor mantelzorg. “Er is een generatie werkenden die alle zorg draagt voor andere generaties.” Met de toenemende vergrijzing is het volgens haar dus goed dat er meer mogelijkheden voor thuiswerken zijn.
Het spant er nog een beetje om of de wet wordt aangekomen in de Eerste Kamer, waar de verhoudingen anders liggen dan in de Tweede Kamer. De partij met de meeste zetels, BBB, heeft aangegeven tegen de wet te stemmen, net als onder meer PVV.
De inititatiefnemers GroenLinks/PvdA en D66 zullen in ieder geval wel voor de wet stemmen, net als het CDA. De VVD wilde nog niet zeggen hoe er gestemd zal worden.