Het demissionair kabinet wil nieuwe regels invoeren om dividendstrippen, een vorm van belastingontwijking, tegen te gaan. Beleggers moeten voortaan zelf aantonen dat zij recht hebben op teruggave van dividendbelasting. Experts verwachten dat de nieuwe regels geen einde zullen maken aan de fraude.

De fraude heeft de Belastingdienst in de loop der jaren naar schatting 26 miljard euro gekost. Onlangs werd in Nederland een eerste verdachte opgepakt. Het OM doet ook onderzoek naar de betrokkenheid van ABN Amro.

Voor het dividendstrippen worden ingewikkelde constructies gebruikt. Zo gaat dat in zijn werk:

Met de huidige regels kan dividendstrippen niet goed worden aangepakt. De Belastingdienst moet bewijzen dat iemand die dividenden ontvangt eigenlijk geen recht heeft op vermindering of teruggaaf van dividendbelasting. Omdat er vaak buitenlandse partijen betrokken zijn en transacties op de beurs plaatsvinden, is dat in de praktijk lastig.

In het nieuwe voorstel wordt de bewijslast dus omgedraaid: als je aanspraak wilt maken op een belastingvermindering moet je zelf aantonen dat je daadwerkelijk gerechtigd bent tot de opbrengst van die aandelen. Dit wordt de “uiteindelijk gerechtigde” genoemd.

Pieken

Hoe vaak dividendstrippen in Nederland voorkomt is moeilijk te zeggen. In een brief aan de Tweede Kamer schreef staatssecretaris Van Rij van Financiën vorig jaar dat het kabinet signalen heeft ontvangen dat pensioenfondsen nog steeds betrokken zijn bij deze vorm van belastingontduiking.

Een belangrijk signaal daarvoor is dat de handel in aandelen rond de dividenddatum, waarop bedrijven dividend uitkeren aan hun aandeelhouders, in Nederland nog altijd hoog is. Terwijl die pieken duidelijk zijn afgenomen in landen die de wet al eerder hebben aangescherpt, zoals Duitsland.

Hieronder zie je het verschil tussen de totale waarde van uitgeleende aandelen in Nederland en Duitsland. In Duitsland werden eerder maatregelen ingevoerd en namen de pieken af, terwijl die pieken in Nederland bleven bestaan:

Jan van de Streek, hoogleraar belastingrecht aan de Universiteit Leiden, uit zijn twijfels over de effectiviteit van de voorgestelde maatregelen. Hoewel hij de omkering van de bewijslast als een stap vooruit ziet, vreest hij dat het slechts “dweilen met de kraan open” zal zijn.

Van de Streek wijst erop dat de term “uiteindelijk gerechtigde” vaag is en ruimte biedt voor ontwijkende constructies. Bovendien twijfelt hij of de Belastingdienst voldoende capaciteit heeft om de door bedrijven ingenomen bewijsposities te onderzoeken, aangezien er niet wordt voorzien in extra capaciteit voor de vele boekenonderzoeken die het voorstel met zich meebrengt.

Van de Streek vraagt zich af waarom Nederland niet het voorbeeld Duitsland volgt. Daar heb je alleen recht op teruggave van de dividendbelasting als je de aandelen ten minste 45 dagen in bezit hebt.

‘Doekje voor het bloeden’

Ook Judith de Boer, strafrechtadvocaat met kennis van dividendstrippen, is kritisch. Zij zegt dat de regels het iets makkelijker maken om gevallen van dividendstrippen op te sporen en achteraf te bewijzen, maar dat de kern van het probleem hier niet mee wordt aangepakt.

De Boer zegt dat de maatregelen niet leiden tot een wijziging van de heffingsgrondslag voor de dividendbelasting. “In plaats van dat de kern van het probleem wordt aangepakt, wordt vooral gekeken naar de bestrijding achteraf en worden de administratieve lasten opgevoerd. Een doekje voor het bloeden, in mijn optiek.”

Vorige week zijn er ook Europese regels om misbruik en fraude rondom dividendbelasting tegen te gaan aangekondigd. Die hebben ook als doel om de procedures voor het verminderen van onterecht betaalde dividendbelasting te stroomlijnen.