Dennis Wiersma stond binnen de VVD te boek als een groot politiek talent, maar nu is zijn carrière in de knop gebroken. Er is zoveel beroering over zijn opvliegendheid ontstaan, dat zijn positie als minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs onhoudbaar was geworden. Een incident bij een congres over praktijkonderwijs in Bussum vorige week bleek de druppel. Wiersma diende vandaag zijn ontslag in.
Wiersma gold als een ‘stapelaar’: iemand die van de ene school doorstroomt naar de andere en daardoor steeds nieuwe diploma’s haalt. In Den Haag wordt na de vele berichten over onheus gedrag door de VVD’er cynisch opgemerkt dat hij het woord stapelaar een nieuwe betekenis heeft gegeven.
Dennis Wiersma werd geboren in Franeker en komt uit een niet-politiek milieu. Zijn vader is eigenaar van een snackbar. Wiersma doorliep eerst de mavo en de havo. Daarna volgde hij een lerarenopleiding geschiedenis (hbo) en studeerde sociologie aan de universiteit in Groningen en bestuurs- en organisatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht.
Voor hij de politiek in ging, was hij onder meer voorzitter van FNV Jong en werkte hij op de afdeling duurzaamheid van pensioenuitvoerder PGGM. Ook was hij projectmanager op het ministerie van Sociale Zaken en werkte hij voor een ‘maatschappelijke investeerder’.
Op zijn 31e kwam hij in de Tweede Kamer voor de VVD. Bij de Kamerverkiezingen in 2017 stond hij op de elfde plek van de kandidatenlijst van de VVD; hij was daarmee de hoogste op de lijst zonder Haagse politieke ervaring, Wiersma voerde als Kamerlid onder meer het woord over AOW en pensioenen, arbeidsmigratie, innovatie en hoger onderwijs. In augustus 2021 werd hij staatssecretaris van Sociale Zaken in het toen al demissionaire kabinet-Rutte III.
Kwaliteit van het onderwijs
Een paar maanden later bleek Rutte ook een post voor hem te hebben in zijn nieuwe kabinet: Wiersma werd toen minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs. In korte tijd kwam hij met diverse plannen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Een van zijn eerste wapenfeiten was de uitvoering van de afspraak in het regeerakkoord om de ‘loonkloof’ tussen leraren in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs te dichten: leraren van basisscholen kregen er gemiddeld 10 procent salaris bij.
Hij kondigde verder aan dat leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs versneld beter les krijgen in taal, rekenen, burgerschap en digitale vaardigheden. Volgens hem moet het niveau omhoog.
Wiersma vindt ook dat schoolbesturen te veel vrijheid hebben in de manier waarop ze omgaan met het geld dat ze van de overheid krijgen.
Weekendscholen
Een ander voornemen van Wiersma was om sneller te kunnen ingrijpen bij ‘weekendscholen’, informele scholen die niet bekostigd worden door de overheid. Hij zei bang te zijn voor “parallelle samenlevingen” en benadrukte “dat geen enkel kind mag leren dat discriminatie, onverdraagzaamheid en isolationisme acceptabel zijn”.
Op verzoek van de Tweede Kamer schafte Wiersma het stempel “excellente school” af. Volgens hem schiet de toekenning van dat predicaat zijn doel voorbij, kan het leiden tot ongewenste concurrentie en werkt het kansengelijkheid tegen.
‘Te scherp, te fel en te veeleisend’
In de Kamer was veel waardering voor de dadendrang van de minister, maar uiteindelijk werd dat beeld overschaduwd door steeds terugkerende verhalen over onheus gedrag. In april meldde De Telegraaf dat de minister geregeld door het lint ging tegen zijn ambtenaren, dat hij kon ontsteken in razernij en dat om die reden ambtenaren waren opgestapt.
Wiersma erkende daarop publiekelijk dat hij “soms te scherp, te fel en te veeleisend is geweest”. Hij voegde eraan toe dat hij zijn best deed om zijn stijl te veranderen.
Kort daarna gaf hij toe dat hij ook in zijn tijd als Kamerlid “een hork” was geweest tegen medewerkers. In een vergadering met de VVD-fractie bood hij zijn excuses aan voor zijn opvliegende gedrag. De fractie gaf hem toen een laatste kans.
Enorme spijt
Ook op het VVD-congres, begin juni, ging Wiersma door het stof. Hij zei toen dat hij fouten heeft gemaakt en te fel is geweest. “Dat is niet goed en daar heb ik enorme spijt van. Ik wil ook hier sorry zeggen.”
Maar nieuwe meldingen over ‘onplezierig gedrag’ kosten Wiersma dus uiteindelijk de kop. Hij was vorige week bij een congres in Bussum over 25 jaar praktijkonderwijs. De organisatie van dat congres klaagde daarna bij het ministerie dat twee medewerkers een gesprek met Wiersma als onplezierig hadden ervaren.
Er zou sprake zijn geweest van mondelinge en fysieke intimidatie. Wiersma nam daarop contact op met de organisatie; hij wilde met de betrokkenen over het gebeurde praten. Maar hij heeft nu dus de conclusie getrokken dat hij niet verder kan als minister.