Ze waren er in Nederland voor het eerst in de jaren 40 en zijn niet meer weg te denken bij verkiezingen: politieke opiniepeilingen. Partijen houden de cijfers goed in de gaten en sturen hun campagne waar nodig bij om zo veel mogelijk kiezers te trekken. Andersom kunnen kiezers trends in de peilingen gebruiken om een strategische stem uit te brengen.

“Kiezers zijn zo soeverein als de zee”, sprak toenmalig VVD-fractievoorzitter Jozias van Aartsen in 2006 na een verkiezingsnederlaag. Premier Rutte herhaalde die woorden in aanloop naar de verkiezingen van 2021 toen hem werd gevraagd naar het gevaar van peilingen: “Kiezers geven en nemen als de zee. Volgens mij moeten wij ons niet zo druk maken over die peilingen.”

Toch is de invloed daarvan op de uiteindelijke verkiezingsuitslag niet te verwaarlozen. Sleutelwoord daarbij is ‘dynamiek’. Als een partij een opmars maakt in de peilingen kan er een dynamiek ontstaan waarbij de stijgende partij nog meer stemmers naar zich toetrekt. Onderzoekers noemen dat het bandwagoneffect: mensen willen zich achter de ‘winnaar’ scharen.

Doorslaggevend zetje

Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam komt naar voren dat de peilingen op zichzelf nog geen effect hebben. “Maar als daar positieve berichtgeving door media bij komt, is er wel een effect zichtbaar op het stemgedrag. Dat kan net het doorslaggevende zetje zijn dat je nodig hebt als kiezer.” Dat zegt politicoloog Tom Louwerse in de NOS-podcast De Verkiezingsdag . Hij is de man achter de Peilingwijzer, die twee peilingen combineert om tot een gemiddelde te komen, met duidelijke foutmarges.

Louwerse vindt dat media terughoudender moeten zijn met het uitvergroten van individuele peilingen. Zo ontstond er afgelopen weekend een dynamiek nadat PVV-leider Wilders een peiling van Maurice de Hond die voor hem positief uitpakte, had uitgelegd als een gamechanger. Andere partijen, vooral in de links-progressieve hoek, reageerden geschrokken op de cijfers.

De politicoloog vindt dat daar voorzichtiger mee omgegaan moet worden. “Individuele peilingen hebben met foutmarges te maken en kunnen voor bepaalde partijen soms wat hoger of lager zitten dan bij andere bureaus. Als je verschillende peilingen naast elkaar legt, kun je beter zien wat nou de trends zijn, zonder dat je die mede aan het creëren bent.”

Morgen kiest Nederland een nieuwe Tweede Kamer. Veel partijen hebben nieuwe lijsttrekkers. Wie zijn ze en waar staan ze voor? Bekijk het hier:

Op één groep kiezers hebben peilingen in elk geval grote invloed: de strategische stemmers. Dat zijn mensen die niet op hun eerste voorkeur stemmen, maar hopen met hun stem invloed te hebben op de coalitievorming na de verkiezingen. “Het zijn vooral kiezers die erg politiek betrokken zijn en geïnformeerd zijn over de verkiezingen”, legt Joop van Holsteyn uit, hoogleraar politiek gedrag aan de Universiteit Leiden.

“Je hebt toch enige kennis van zaken nodig over wat de krachtsverhoudingen op dit moment zijn. En de beste informatie daarover wordt geleverd door opiniepeilingen.”

Verkiezingen als ‘horse race’

Waar er in Nederland relatief weinig discussie is over het verbieden of beperken van peilingen, ligt dat in sommige landen anders. Zo mag in Zuid-Korea vanaf zes dagen voor de verkiezingen geen opiniepeiling meer worden gepubliceerd.

In Frankrijk geldt zo’n publicatieverbod op de dag van de verkiezingen, in de hoop dat kiezers niet beïnvloed worden. Al is daar wel een omweg gevonden: de peilingen worden vaak gepubliceerd in Waalse en Zwitserse media, tot frustratie van de Franse overheid.

In Italië zijn ze nog wat creatiever. Peilingbureaus mogen onderzoek blijven doen, maar media mogen de uitkomsten vanaf vijftien dagen voor de verkiezingen niet meer publiceren. Enkele jaren geleden vonden ze daar een ludieke oplossing voor: in de krant ging het ineens over een paardenrace in Napels. Galopìn du Magistry kwam voor Letteriénne en Fan Vaillant de finish over. Niet geheel toevallig kwamen die namen overeen met de burgemeesterskandidaten De Magistris, Lettieri en Valente.

Hijgerige dynamiek

Kortom, een verbod op peilingen is bijna niet te handhaven, zegt Louwerse. “En je krijgt misschien nog wel een meer hijgerige dynamiek als het via die kanalen naar buiten komt.” Politieke partijen blijven bovendien toegang hebben tot hun eigen peilingen en hebben dan een informatievoorsprong op de kiezer. “Zij kunnen hun campagne erop aanpassen terwijl kiezers niet mogen weten wat andere mensen zullen stemmen. Dat creëert ook weer een onbalans.”

“In sommige landen is men enigszins bang voor de invloed van peilingen”, vult Van Holsteyn van de Universiteit Leiden aan. “Ze zouden te veel over de race gaan en te weinig over de inhoud. Als partijen dan alleen zelf met peilingen zouden komen, dan wordt het wel twijfelachtige informatie. Dan kan ik me voorstellen dat je restricties overweegt, maar voor de Nederlandse situatie is dat niet aan de orde.”