Er is weinig inzicht in de resultaten die het demissionaire kabinet heeft bereikt. Dat constateert de Algemene Rekenkamer op Verantwoordingsdag, de dag waarop de ministeries hun financiële jaarverslagen aanbieden aan de Tweede Kamer en hun uitgaven en ontvangsten over het afgelopen jaar toelichten. De Rekenkamer beoordeelt die.
President Duisenberg is er bijvoorbeeld teleurgesteld over dat niet duidelijk is welke resultaten zijn bereikt met het extra geld dat is geïnvesteerd in het onderhoud van wegen en bruggen. Volgens hem is er een groot verschil tussen de budgetten die Rijkswaterstaat zegt nodig te hebben voor het onderhoud en wat er daadwerkelijk beschikbaar is.
Doelen niet duidelijk
Duisenberg voegt eraan toe dat de minister van Infrastructuur er slecht zicht op heeft waar precies de knelpunten zijn: “Als je schaars geld goed wilt inzetten, moet je weten waar de knelpunten zitten.”
Als voorbeelden van terreinen waar niet duidelijk is of het beleid resultaat heeft gehad, noemt de Rekenkamer verder het terugdringen van de drugssmokkel en het beschermen van de kwaliteit van de bodem. En de onderzoekers weten ook niet of het geld dat is uitgetrokken voor gelijke kansen in het mbo voldoende oplevert. Volgens de Rekenkamer zijn de doelen niet duidelijk.
Onzekerheden
Duisenberg vindt ook dat het kabinet anders moet omgaan met onzekerheden: “Bijvoorbeeld de oplopende kosten voor de renovatie van het Binnenhof. Was dat echt een verrassing? En als we weten dat de asielkosten 21 van de afgelopen 23 jaar naar boven moesten worden aangepast, is er volgens mij sprake van een patroon.”
De Rekenkamer prijst wel de aanpak van de energiecrisis: “Daar is meestal gekozen voor generieke maatregelen, maar ondanks de tijdsdruk zijn de regelingen over het algemeen beheerst uitgevoerd en is de rechtmatigheid op orde.” Duisenberg wijst ook op de “duidelijke resultaten en doeltreffendheid bij de inkoop van coronavaccins en de opslag van CO2”.
Overheid complex
De Rekenkamer vindt dat het met de rechtmatigheid van de uitgaven over het algemeen beter is gesteld dan de afgelopen drie jaar. Ruim 99 procent van de uitgaven die het kabinet deed, ging volgens de regels. Duisenberg benadrukt dat het kabinet echt werk heeft gemaakt van het financieel beheer. Ook de dalende trend in het aantal onvolkomenheden in de bedrijfsvoering zet door.
De Rekenkamer wijst er wel op dat er nog steeds veel problemen zijn met de uitvoering. Volgens Duisenberg komt dat voor een deel door de personeelstekorten en ook doordat de overheid zo complex is.
Hij adviseert het nieuwe kabinet een aantal prioriteiten te benoemen en duidelijk te zijn over de resultaten die het wil boeken. Verder wil hij dat het kabinet systemen en processen eenvoudiger maakt.
Minister: laag begrotingstekort
Demissionair minister Van Weyenberg van Financiën benadrukt in zijn verslag dat 2023 een economisch onrustig jaar was en dat het kabinet extra maatregelen heeft genomen om de stijging van de armoede te voorkomen. Hij wijst erop dat ondanks de terugval in economische groei de werkloosheid aanhoudend laag bleef en dat het begrotingstekort uitkwam op 0,3 procent, veel lager dan verwacht.
Het lukte het kabinet niet al het begrote geld uit te geven, onder meer door de krapte op de arbeidsmarkt. Er is 13 miljard euro minder uitgegeven dan verwacht, waarvan 5,8 miljard is doorgeschoven naar latere jaren.