Vooral Kamerleden en ambtelijk leidinggevenden maken zich schuldig aan grensoverschrijdend gedrag in de Tweede Kamer. En dat gedrag wordt onvoldoende aangepakt. Dat komt naar voren uit onderzoek door de Universiteit Utrecht naar sociale veiligheid in de Kamer.
Ruim een derde van de Kamerleden en medewerkers in het Kamergebouw die meededen aan het onderzoek, heeft last van roddelen, pesten, discriminatie of ander grensoverschrijdend gedrag door andere mensen in de Kamer. De onderzoekers spreken van “een grote minderheid”.
Volgens hen wijst dit erop dat het meer is dan een reeks incidenten. “Het onderzoek wijst op dieperliggende patronen en mechanismen die concrete en aanhoudende risico’s vormen.”
Sabotage en schreeuwen
Deelnemers aan het onderzoek zeggen onder meer dat ze zijn geconfronteerd met kleinerende opmerkingen, zwartmaken, discriminatie, sabotage, pesten, schelden en schreeuwen. Ook druk om iets te doen dat tegen de regels ingaat of niet integer is komt voor, net als bedreiging en (seksuele) intimidatie.
Aan het onderzoek hebben 428 ambtenaren, 173 fractiemedewerkers en 38 Kamerleden meegedaan. De meest genoemde bron van grensoverschrijdend gedrag was de ambtelijke leiding. Ruim een kwart wordt aan hoge ambtenaren toegeschreven, terwijl ze maar 4 procent van het personeelsbestand uitmaken.
Kamerleden worden door de deelnemers ook in ruim een kwart van de gevallen als dader genoemd. Zij maken 9 procent uit van de mensen die werken in de Kamer.
Angst voor negatieve gevolgen
Uit het onderzoek blijkt ook dat zowel de sociale veiligheid van melders als die van beklaagden onvoldoende is geborgd. “Er lijkt een zekere terughoudendheid te zijn (…) om grensoverschrijdend gedrag te melden, en angst voor negatieve gevolgen of een gebrek aan vertrouwen in meldkanalen speelt daarin mee”, aldus het rapport.
Volgens de onderzoekers schiet het beleid rond ongewenste omgangsvormen tekort. “Onder meer doordat het onvoldoende breed en zichtbaar gedragen en voorgeleefd wordt door presidium en andere Kamerleden, en de ambtelijk leidinggevenden.” Het presidium is de dagelijkse leiding van de Kamer, met voorzitter Bergkamp aan het hoofd.
Bergkamp besloot tot het onderzoek nadat zij veel signalen had ontvangen van ongewenst gedrag binnen de Tweede Kamer.