In de afgelopen vier jaar is er een verklaring omtrent het gedrag (vog) toegekend aan dertien mensen die zijn veroordeeld voor deelname aan een terroristische organisaties. Bij sommigen van hen gebeurde dat meer dan eens, want het gaat in totaal om 22 vog’s. Ze konden daarmee aan het werk in verschillende sectoren, waaronder het onderwijs en de zorg.

Eerder deze maand stelde Tweede Kamerlid Omtzigt vragen aan het kabinet naar aanleiding van het nieuws van de NOS dat een veroordeeld lid van terreurgroep Islamitische Staat (IS) vrijwilligerswerk bij Vluchtelingenwerk kon doen nadat hij een vog had gekregen.

Demissionair minister Weerwind van Rechtsbescherming heeft naar aanleiding daarvan laten uitzoeken of dit geval op zichzelf staat, maar dat is dus niet zo. De dertien mensen die het betreft zijn allemaal in Nederland veroordeeld, dus die informatie was te vinden in de justitiële documentatie.

In dezelfde periode werden er ook 30 aanvragen geweigerd vanwege een veroordeling voor terrorisme, schrijft Weerwind aan de Tweede Kamer.

Belangenafweging

In het geval van de vrijwilliger van Vluchtelingenwerk heeft de organisatie die verantwoordelijk is voor de screening, Justis, wel volgens de regels gehandeld, concludeert Weerwind tot zijn spijt. Hij kan niet op de specifieke zaak ingaan, maar het kan soms zijn dat het belang van een aanvrager om een vog te krijgen zwaarder weegt dan het risico voor de samenleving.

Ook geldt er nu in principe een terugkijktermijn van vier jaar, behalve bij functies die hogere integriteiteisen stellen, zoals boa’s. Dan wordt er langer teruggekeken in de justitiële documentatie.

Weerwind wil nu de regels aanscherpen. Justis moet voortaan tot 20 jaar terugzoeken naar veroordelingen wegens terrorisme. Als er zo’n veroordeling wordt gevonden, krijgt de aanvrager in beginsel geen vog. Samen met Justis, het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) gaat de minister bepalen voor welke functies die regel moet gaan gelden.

Hij denkt daarbij aan functies waarbij iemand in contact kan komen met kwetsbare doelgroepen of werkzaamheden gaat verrichten die de vitale infrastructuur raken, zoals werken met gevaarlijke stoffen of met gevoelige informatie.

De minister denkt dat de strengere regels voor het krijgen van een vog op 1 januari aanstaande in kunnen gaan.