Curaçao, Aruba en Sint-Maarten krijgen tot 2027 zo’n 120 miljoen euro van Nederland om hervormingen in de publieke sector tot stand te brengen. Staatssecretaris Van Huffelen van Koninkrijksrelaties heeft daarover afspraken gemaakt met de premiers van de drie landen.

Naast financiële, economische en sociale veranderingen gaat het om hervormingen in het onderwijs en het versterken van de rechtsstaat. De drie Caribische landen werden tijdens de coronacrisis zwaar getroffen en ze werden toen door Nederland ook al financieel gesteund om te hervormen. Het idee daarachter is dat de economische weerbaarheid en bestuurskracht van de landen moeten worden verbeterd.

‘Hervormingen opgedrongen’

Het kabinet was eerder van plan een apart bestuursorgaan op te richten dat toezicht moest houden op de hervormingen, maar op dat plan kwam veel kritiek uit de Caribische landen. Die vonden dat hervormingen op die manier door Nederland werden opgedrongen.

Maar dat idee is van tafel. Er zijn nu nieuwe afspraken gemaakt tot 2027. De regeling die daaraan ten grondslag ligt, gaat uit van “gelijkwaardigheid, eigenaarschap en gemeenschappelijkheid”, benadrukt Van Huffelen. Curaçao, Aruba en Sint-Maarten leggen zich voor vier jaar vast om aan de uitvoering van de hervormingen te werken en Nederland gaat dat ondersteunen met mensen en middelen.

De hervormingen zijn primair de verantwoordelijkheid van de Caribische landen. De al bestaande ‘Tijdelijke Werkorganisatie’ van het ministerie van Binnenlandse Zaken begeleidt en ondersteunt vanuit Den Haag.